George Sand
George Sand (Parijs, 1 juli 1804 – kasteel Nohant (Indre), 8 juni 1876) (pseudoniem van Amandine Lucile Aurore Dudevant, geboren Dupin) was een Frans schrijfster en feministe avant-la-lettre. Zij schreef romans, novelles, sprookjes, toneelstukken, een autobiografie, literaire kritieken, politieke teksten… Zij speelde ook een politieke rol door zijdelings deel te nemen aan de voorlopige regering van 1848.
Inhoud |
[bewerk] Leven
[bewerk] Jeugd
Sand werd geboren aan het begin van de negentiende eeuw in de Franse hoofdstad als dochter van Maurice Dupin, een gepensioneerde luitenant uit het republikeinse leger, en Sophie Victoire Antionette Delaborde. Zij verloor haar vader op vierjarige leeftijd nadat hij een fatale val van zijn paard had gemaakt. Ondanks dit voorval had zij voor de rest een vrij gelukkige en zorgeloze kindertijd, die zij voor het overgrote deel doorbracht op het landgoed van haar grootmoeder van vaderskant, Mme Dupin de Francueil, te Nohant (Indre) in Berry. Sands moeder had met tegenzin haar dochter toevertrouwd aan haar schoonmoeder, omdat zij de financiële middelen had om het kind een goede opvoeding te geven. Het is geweten dat beide vrouwen niet onder een dak konden leven, vooral omdat de oude vrouw het huwelijk van haar zoon nooit helemaal had goedgekeurd. Op het landgoed ontwikkelde Sand haar passie voor het landelijke leven, dat als thema vaak in haar romans zou opduiken (vb. in La Mare au Diable).
Op dertienjarige leeftijd werd zij naar het klooster van de Engelse augustijnen te Parijs gestuurd, waar zijn tot zestienjarige leeftijd zou verblijven.
[bewerk] Huwelijk
Op 11 december 1822, op achttienjarige leeftijd, werd George Sand uitgehuwelijkt aan baron Casimir Dudevant, een jongeman die zich al vroeg uit het leger had teruggetrokken en zijn tijd doorbracht als herenboer. Sand was dit huwelijk niet echt uit liefde aangegaan, maar meer om te ontkomen aan haar familie. De eerste huwelijksjaren waren vrij rustig en het koppel trok zich terug te Nohant. Tijdens deze periode werden haar zoon Maurice (30 juni 1823) geboren.
Toch kon men in deze kalme periode al de eerste tekenen van onrust opmerken. Het verschijnen van Jean-Pierre Aurélien de Sèze, advocaat-generaal te Bordeaux, zorgde voor instabiliteit in het huwelijk van George Sand. Sand ontmoette hem voor het eerst in 1825. Zij onderhielden een levendige briefwisseling gedurende vijf jaar. Tijdens deze periode ontmoetten ze elkaar echter vrij zelden. De relatie was platonisch, maar wist toch de jaloezie van Sands man op te wekken. De eerste scheuren in hun huwelijk manifesteerden zich. Sand realiseerde zich dat haar man meer interesse had voor zijn vee en de jacht dan voor haar en baron Dudevant had het moeilijk getrouwd te zijn met een vrouw die intellectueel duidelijk zijn meerdere was.
Al die tijd had George Sand ook een innige band met Stéphane Ajasson de Gransagne, die zij al sinds haar jeugd kende. Hun relatie was steeds een onderwerp van roddel geweest, maar rond 1827 werden de roddels rond een buitenechtelijke relatie zo sterk dat men zelfs het vaderschap van haar dochter Solange (geboren op 13 september 1828) aan de Gransange toeschreef.
Uiteindelijk was de afstand tussen de echtgenoten te groot geworden en besloten George Sand en haar man uit elkaar te gaan. Sand had opnieuw contact gezocht met haar jeugdvrienden en vormde met hen een vrolijke groep waarbij baron Dudevant zich voelde uitgesloten. De baron van zijn kant verkoos drinkpartijen met zijn vrienden en had meerdere avontuurtjes met de dienstmeisjes. Het echtpaar ging uit elkaar in 1831. De wettelijke echtscheiding kwam er pas in 1836. Sand verwierf toen ook het hoederecht over haar twee kinderen.
[bewerk] Literaire carrière
Vanaf ongeveer 1830 tot aan haar dood schreef George Sand elke dag. Toen zij in 1831 haar vrijheid herwon door te breken met haar man, trok zij samen met haar twee kinderen naar Parijs om zich aan de literatuur te wijden. Zij vertoefde er in de literaire kringen en nam contact op met Jules Sandeau, die zij in de zomer van 1830 had leren kennen. Sand werd aangenomen als journaliste bij de krant Le Figaro, waar Sandeau ook werkte, door de uitgever Henri de Latouche. Na enkele maanden betrokken Sand en Sandeau ook een appartement samen aan de quai Saint-Michel.
Zij begonnen met het gezamenlijk schrijven van artikels, wat uitgroeide tot een volwaardig literair partnerschap. In 1831 verscheen hun eerste roman, Rose et Blanche, onder de naam Jules Sand. Het jaar daarop verscheen de eerste roman die Sand alleen had geschreven, Indiana. Vanaf dan af schreef zij ook onder de naam George (oorspronkelijk Georges) Sand. Indiana werd gunstig door het publiek onthaald en ook Sainte-Beuve schreef positief over de roman en de nieuwe auteur.
De nieuwe roman zorgde echter voor spanningen tussen het duo. Jules Sandeau wou niet dat een deel van zijn naam met het werk zou verbonden zijn. Sand en Sandeau gingen ook weer apart wonen en braken uiteindelijk met elkaar in 1833.
De romans die volgden vertoonden dezelfde romantische inslag: Valentine (1832) en Lélia (1833). In deze jaren werd zij eveneens een graag gezien persoon in de Parijse literaire kringen. Sainte-Beuve was gedurende een korte periode de vertrouwenspersoon van haar gevoelsleven én haar literair raadgever. Zij had een kortstondige romance met Prosper Mérimée.
De losbandige levenswandel van Sand en haar vele kortstondige romances zorgden voor heel wat schandaal. Bovendien kleedde Sand zich ook als een man – zij droeg een broek – en rookte zij pijp, wat haar eveneens tot een onderwerp van gesprek maakte.
[bewerk] Alfred de Musset
Sand ontmoette Alfred de Musset tijdens een diner in 1833. Een tijd daarna begonnen de twee een amoureuze relatie. In 1833-34 maakten zij een reis naar Venetië. Het paar kon het in eerste instantie uitstekend met elkaar vinden, maar geleidelijk aan irriteerden ze elkaar. Sand schreef gedurende grote delen van de dag, soms zelfs acht uur per dag, en de Musset zocht verstrooiing in cafés, bars en bij prostituees. Toen de Musset echter ziek werd, verpleegde Sand hem met de grootste zorg. Tegelijkertijd echter had zij een romance met de dokter die hem verpleegde, Pietro Pagello. Toen de Musset genezen was, keerde hij terug naar Parijs. Sand bleef in Venetië en kwam uiteindelijk ook naar Parijs terug, samen met Pagello. De romance was echter een kort leven beschoren en Sand dong al vlug weer naar de aandacht van de Musset, onder andere door haar haar af te snijden en het hem toe te sturen. Musset gaf echter niet toe en vergaf haar haar ontrouw niet. Hun relatie was steeds af en aan, maar kwam tot een definitief einde in maart 1835. Mussets en Sands relatie gaf aanleiding tot twee werken van literair belang: La Confession d'un enfant du siècle van Musset en Elle et lui van Sand. Tijdens de Italië-periode schreef Sand ook nog de volgende werken: Leone Leoni, André, Le Secrétaire intime, Jacques, en Les Lettres d'un voyageur, die zij stuurde naar de Revue des Deux Mondes.
Na de Musset volgde een meer duurzame relatie met Michel de Bourges, een advocaat die Sand ontmoette in april 1835, toen zij officieel van haar man, baron Dudevant, wou scheiden. De Bourges was een autoritair man, die haar fascineerde en haar politiek bewust maakte. Zij deelde zijn republikeinse passie en nam zelfs het risico om haar appartement tot een republikeinse verzamelplaats te maken. Toch nam ze uiteindelijk afstand van deze oudere man, die virieler was dan haar vorige minnaars. Hij had haar ontgoocheld toen hij een vurig pleidooi hield voor een radicale en bloedige revolutie.
[bewerk] Chopin
Sand woonde naar haar mislukte relatie weer alleen in Parijs. Samen met haar vriendin Mme d'Agoult, startte zij een salon in het Hôtel de France, waar zij bekendheden uit de artistieke en literaire wereld ontvingen. Daar ontmoette Sand onder andere Lamennais en de filosoof Pierre Leroux die haar respectievelijk in contact brachten met religieus mysticisme en het socialisme. Leroux' socialisme, dat meer utopisch dan politiek was, had een grote invloed op Sand, zoals blijkt uit haar roman Spiridion (1839). Het leidde Sand bovendien ook naar theosofie en spiritisme. Voor Lamennais schreef zij enkele artikels in Le Monde, maar uiteindelijk brak zij met hem omdat zij op bepaalde vlakken (bijvoorbeeld vrouwenrechten) niet op dezelfde golflengte zaten. Sands nieuwe interesses deden nog andere sociale romans verschijnen: Horace (1841), Consuelo (1842), Le meunier d'Angibault (1845). Door haar sociaal engagement stond zij ook positief tegenover de Revolutie van 1848 en wierp ze zich in de politieke actie aan de zijde van Alexandre Ledru-Rollin. Toch ontgoochelde de revolutie haar tijdens de Juni-oproer en trok zij zich terug uit de politiek.
In het salon ontmoette Sand ook haar volgende grote liefde. In 1836 maakte zij kennis met de Poolse componist Frédéric Chopin, maar er was pas sprake van een echte relatie vanaf juni 1838. De relatie was vrij discreet, aangezien Chopin de reactie van zijn familie vreesde, en zou negen jaar duren, tot 1847 en zou men vandaag de dag als een latrelatie omschrijven. De winter van 1838-39 bracht Sand met hem door op Majorca, onder andere omwille van de zorgbarende gezondheid van Chopin. Een verslag van dit verblijf kan men vinden in Sands werk Un Hiver à Majorque (1842). De zomer van 1839 brachten ze door te Nohant. Chopin had een moeilijk en egocentrisch karakter en had moeite met de socialistische vriendschapsbanden van Sand. Bovendien stelde Maurice, Sands zoon, zijn moeders relatie met Chopin niet op prijs. Chopin was daarentegen wel erg ingenomen met Sands vrijgevochten dochter Solange. Daarom was hij ontstemd toen hij vernam dat Sand had ingestemd met het huwelijk (in 1847) van haar dochter met de beeldhouwer Jean-Baptiste Clésinger, een vrij brutale, aan alcohol verslaafde man. Chopin werd ziek en kreeg enkel nog verslag van wat er te Nohant gebeurde via Solange. Chopin koos partij voor het echtpaar Clésinger en beantwoordde geen enkele van Sands brieven. Zo kwam er een einde aan Sands en Chopins relatie.
Chopin was niet de enige componist die door Sand werd bewonderd. Zij had ook een grote bewondering voor Franz Liszt, die zij via de Musset had leren kennen.
[bewerk] De dame van Nohant
Onder het Tweede Keizerrijk bracht Sand de meeste tijd door op haar landgoed te Nohant, als goede kasteelvrouw. Zij was ook de beschermvrouw van vele schrijvers van de nieuwe generatie: Sainte-Beuve, Eugène Fromentin, Gustave Flaubert, met wie zij een levendige briefwisseling had. Het landleven inspireerde haar tot het schrijven van landelijke, sentimentele romans: La mare au diable (1846), François le Champi (1847-48) (waavan een theaterbewerking in 1849 in première gaat), La Petite Fadette (1848-49), Les Maîtres sonneurs (1853). Zij schreef in deze periode ook haar autobiografie: Histoire de ma vie (1854-55), die later werden aangevuld met Impressions et Souvenirs. In 1859 verscheen Elle et lui, waarin Sand haar breuk met de Musset verhaalt. Tussendoor schreef Sand, naast haar romans, ook meerdere toneelstukken: Cosima (1840 - een flop), Claudie (1851 - eerste succes), Le Mariage de Victorine (1851), Les Vacances de Pandolphe (1852 - een flop), Mauprat (1853), Maître Favilla (1855), Françoise (1856), Comme il vous plaira (1856), Les Don Juan de village (1866), Le Lis du Japon (1866) en L'Autre (1870).
Sands laatste minnaar, die haar leven in 1849 binnenkwam, was Alexandre Manceau. Manceau, die door Sands zoon Maurice aan haar werd voorgesteld, werd Sands privé-secretaris en later ook haar geliefde. Maurice kon echter maar moeilijk Manceaus rol in het leven van zijn moeder verteren. Sand zou echter Manceau trouw blijven en hem tijdens zijn ziekte verzorgen tot diens dood op 21 augustus 1865.
De oorlog van 1870 ontmoedigde Sand en bij de Commune zette zij zich af tegen de opstandelingen. Sand stierf uiteindelijk in 1876.
[bewerk] Succesvol schrijfster
George Sand maakte deel uit van de eerste generatie schrijvers die daadwerkelijk van hun pen konden leven in de negentiende eeuw. Deze generatie omvatte schrijvers zoals Honoré de Balzac, Victor Hugo, Alexandre Dumas père en Eugène Sue. Sand was wel de enige vrouw in dit selecte gezelschap. Zij was evenwel niet de enige vrouwelijke schrijfster, maar wel de enige die het succesvol tot haar beroep had gemaakt.
Sand maakte haar debuut als journaliste bij de krant Le Figaro. Zij werkte ook samen met La Revue de Paris en met La Revue des Deux Mondes. Ook haar ontmoetingen met Michel de Bourges en Lamennais zetten haar aan tot het schrijven van artikels.
[bewerk] Oeuvre
Sands uitgebreide oeuvre kan worden opgedeeld in verschillende romangenres.
[bewerk] Socialistisch geïnspireerde romans
In de jaren 40 van de negentiende eeuw verschenen Sands socialistische romans, waarin zij haar politieke en sociale denkbeelden naar voor brengt. Sand kwam toen onder de invloed van nieuwe socialistische denkers zoals Pierre Leroux. Hieronder kan men de volgende romans schikken: Spiridion (1839), Le Compagnon du Tour de France (1840), Horace (1841), Jeanne (1844), Le Meunier d'Angibault (1845) en Le Péché de Monsieur Antoine (1847). Sand maakte ook deel uit van die schrijvers die voelden dat zij ook daadwerkelijk het volk moesten leiden, ook op politiek vlak. Dit verklaart haar actieve rol in de revolutie van 1848.
[bewerk] Plattelandsromans
In haar plattelandsromans (romans champêtres) beschrijft George Sand het platteland van Berry uit haar kindertijd. In romans zoals La Mare au diable, François le Champi en La Petite Fadette plaatst zij het oprechte en bescheiden plattelandsleven tegenover de gecorrumpeerde levenswijze van Parijs. Mensen van het platteland hebben waarden zoals eerlijkheid kunnen behouden. Tegelijkertijd verzette Sand zich ook tegen het opkomende realisme door in haar romans natuurlijke gevoelens zoals tederheid en simpelheid ten tonele te voeren.
Sands plattelandsromans moeten ook worden gekaderd in een soort bewustzijn dat zich aan het begin van de negentiende eeuw manifesteerde waarbij de maatschappij zich bewust werd van het verdwijnen van bepaalde plattlandsgebruiken. Voor het eerst zag men de invloed van de Industriële revolutie op het Franse platteland en vreesde men dat haar authentieke karakter zou verdwijnen.
[bewerk] Autobiografische werken
Sands belangrijkste autobiografische werk is waarschijnlijk Histore de ma vie, waarmee zij begon in 1847 en dat in feuilletonvorm verscheen in La Presse in 1854-1855. Sand vertelt hierin haar leven, maar verhaalt weinig over haar gevoelsleven. Andere belangrijke werken zijn Lettres d'un voyageur en Un voyage à Majorque, waarin zij over haar verblijf met Chopin op het Spaanse eiland vertelt.
[bewerk] Andere werken
Sand schreef eveneens sprookjes (onder andere voor haar kleindochters) en novelles. Zij schreef ook verscheidene theaterstukken, maar die waren niet zo succesvol als haar romans. Haar toneelstukken waren ontstaan vanuit de idee dat theater ook voor een stuk het publiek moest opvoeden. Haar stukken waren geen grote publiekstrekkers, wat nefast was in een tijd waarin ook theaterdirecteurs graag winst maakten.
[bewerk] Invloed
Haar werk beïnvloedde andere schrijvers, waaronder Gustave Flaubert en Marcel Proust.
[bewerk] Werk
- Rose et Blanche (1831), eerste roman geschreven in samenwerking met Jules Sandeau
- Indiana (1832)
- Valentine (1832)
- Lélia (1833)
- Lettres d'un voyageur (1836)
- Mauprat (1837)
- Spiridion (1839)
- Le compagnon du tour de France (1840)
- Horace (1841)
- Consuelo (1842)
- La Comtesse de Rudolstadt (1843)
- Le Meunier d'Angibault (1845)
- Le Péché de monsieur Antoine (1845)
- La Mare au diable (1846)
- François le Champi (1847-48)
- La Petite Fadette (1849)
- Les Maîtres sonneurs (1853)
- Histoire de ma vie (1854-55)
- La Daniella (1857)
- Les Beaux Messieurs de Bois-Doré (1858)
- Elle et lui (1859)
- Jean de La Roche (1860)
- Le marquis de Villemer (1860)
- Mademoiselle de la Quintinie (1862)
- Nanon (1872)
- Ma Sœur Jeanne (1874)
- Flamarande (1875)
- La Tour de Percemont (1876)
Bron(nen): |
|
[bewerk] Externe links
- Site (in het Frans) over het leven en werk van George Sand
- Artikel over George Sand in de 1911 Encyclopedia Britannica
Voor deze tekst over George Sand is (o.a.) als bron gebruikt de 1911 Encyclopædia Britannica (en.wikisource), 11de editie 1911, die zich vanwege zijn ouderdom in het publiek domein bevindt. |