Garnalenplant
Garnalenplant | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Justicia brandegeana |
De garnalenplant (Justicia brandegeana) is een sterk vertakte, kruidachtige plant, die 30 – 50 cm hoog kan worden of soms tot 120 cm hoog wordt en dan een zwak verhoute voet heeft. De bladeren zijn tegenoverstaand, eivormig, 4 – 9 cm lang en 2 – 5 cm breed, toegespitst met een afgeronde basis en zachtbehaard.
De bloemen groeien in 3 – 12 cm lange, vierkantige, meestal overhangende, aren met dichtopeen geplaatste, 1 – 2 cm lange, eivormige, roodachtige schutbladeren. De bloemkroon is 3 – 3,5 cm lang en diepgespleten met een ongedeelde of tweelobbige bovenlip en een drielobbige onderlip. De vruchten zijn gesteelde, circa 1 cm grote, eivormige doosvruchten die bij rijpheid tweekleppig openklappen, waarbij twee tot vier zaden tevoorschijn komen.
De garnalenplant is inheems in Mexico, waar hij wordt bestoven door kolibries. Vooral in de zuidelijke Verenigde Staten wordt hij veel aangeplant in tuinen.
De garnalenplant wordt in België en Nederland in de handel aangeboden als kamerplant, vaak nog onder de oude naam Beloperone guttata. Er worden ook kweekvormen met zuiver gele of felrode schutbladeren aangeboden.