Frederik Willem van Nassau-Weilburg
1768-1816 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Vorst van Nassau-Weilburg | ||||||
|
||||||
|
Frederik Willem (25 oktober 1768 – Weilburg 9 januari 1816) was van 1788 tot 1816 vorst van Nassau-Weilburg. Hij was de zoon van vorst Karel Christiaan en Carolina van Oranje-Nassau, dochter van Willem IV.
Hij volgde in 1788 zijn vader op als vorst. Bij de Vrede van Lunéville (1801) moest hij Kirchheimbolanden (440 km²) afstaan, maar hij werd later met onder andere de voormalige Keur-Trierse districten Ehrenbreitstein, Montabaur en Limburg (881 km²) schadeloos gesteld. Samen met Frederik August van Nassau-Usingen trad hij in 1806 toe tot de Rijnbond. Met instemming van beide vorsten riep Napoleon op 30 augustus van dat jaar een Hertogdom Nassau in het leven, dat de twee (Frederik August als hoofd van de oudere linie nu als hertog) samen regeerden.
Frederik Willem en Frederik August regeerden op progressieve wijze. Zij schaften in 1808 de lijfeigenschap af, vaardigden in 1811 een op gelijkheid van heffing gebaseerde belastingwet uit, bepaalden dat alle burgers gelijk waren voor de wet en schonken hun land op 1 en 2 september 1814 als eerste Duitse vorsten een constitutie die voorzag in een landdag. Nassau trad in 1815 toe tot de Duitse Bond.
Frederik Willem stierf op 9 januari 1816 en werd opgevolgd door zijn oudste zoon Willem. Hij was sinds 31 juli 1788 gehuwd met gravin Louise van Sayn-Hachenburg. Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren:
- George Willem August Hendrik Belgicus (1792-1839), hertog van Nassau
- Augusta (1794-1796)
- Henriëtte Alexandrine (1797-1829), gehuwd met aartshertog Karel van Oostenrijk-Teschen
- Frederik (1799-1845)