Frederik I van Saksen-Gotha
1646-1698 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Hertog van Saksen-Gotha-Altenburg | ||||||
|
||||||
|
Frederik I van Saksen-Gotha-Altenburg (Gotha, 1646-Friedrichswerth,1698) was een zoon van hertog Ernst de Vrome en Elisabeth Sophia van Saksen-Altenburg. Toen zijn vader die oorspronkelijk hertog van Saksen-Gotha was, in 1672 ook Altenburg erfde, stelde hij Frederik daar aan als regent. In 1674 werd hij regent voor alle gebieden van de zieke hertog Ernst de Vrome. Na het overlijden van zijn vader in 1675 werd hij dan hertog, maar moest wel zijn zes jongere broers laten meeregeren. In 1680 kwam het dan tot een verdeling tussen de broers. Frederik kreeg Gotha, Tenneberg, Wachsenburg, Ichtershausen, Georgenthal, Schwarzwald, Reinhardsbrunn, Volkenrode, Oberkranichfeld, Altenburg, Leuchtenburg en Orlamünde. De uit deze gebieden samengestelde staat werd Saksen-Gotha-Altenburg genoemd en bestond uit drie grotere niet-aaneengesloten gbeiden rond Gotha, Karla en Altenburg en uit zes kleinere enclaves. Om verdere versnippering van het grondgebied tegen te gaan voerde hij in 1685 de primogenituur in. Hij ruïneerde de financiën van zijn vorstendom door een staande leger te onderhouden, dat bij zijn overlijden meer dan 10.000 man telde.
Frederik I was gehuwd met:
- Magdalena Sybilla (1648-1681), dochter van hertog August van Saksen-Weißenfels, in 1669,
- Christina (1645-1705), dochter van markgraaf Frederik VI van Baden-Durlach, in 1681,
en werd vader van:
- Anna Sophia (1670-1728), in 1691 gehuwd met vorst Lodewijk Frederik I van Schwarzburg-Rudolstadt
- Magdalena Sibylla (1671-1673)
- Dorothea Maria (1674-1713), in 1704 gehuwd met hertog Ernst Lodewijk I van Saksen-Meiningen
- Frederica (1675-1709), in 1702 gehuwd met vorst Johan August van Anhalt-Zerbst
- Frederik II (1676-1732)
- Johan Willem (1677-1707)
- Elisabeth (1679-1680)
- Johanna (1680-1704), in 1702 gehuwd met hertog Adolf Frederik II van Mecklenburg-Strelitz