Frans van Teck
Frans Paul Karel Lodewijk Alexander van Teck (Wenen, Oostenrijk, 28 augustus 1837 – 21 januari 1900) was een lid van de Britse koninklijke familie. Hij was de vader van de Britse koningin Mary van Teck.
[bewerk] Jeugd en carrière
Hij was de zoon van hertog Alexander van Württemberg en gravin Claudine Rhédey van Kis-Rhéde (1812-1841). Het huwelijk van Alexander en Claudine was morganatisch, waardoor Frans geen successierecht had op de troon van het Koninkrijk Württemberg. Bij zijn geboorte kreeg hij de titel “Graaf Frans van Hohenstein”, omdat zijn moeder van Ferdinand I van Oostenrijk de titel “Gravin van Hohenstein” had gekregen. In 1863 kreeg Frans de titel “Eerste Prins van Teck”, in 1871 de titel “Eerste Hertog van Teck” en in 1887 de titel “Prins van Württemberg”.
Net als zijn vader, hertog Alexander, begon Frans een carrière in het Oostenrijkse leger; uiteindelijk had hij de rang van kapitein tijdens de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog. In 1866 ging hij met pensioen. Later werd hij nog gepromoveerd tot kolonel en vervolgens tot generaal-majoor.
[bewerk] Huwelijk en gezin
Door het morganatische huwelijk van zijn ouders, had Frans geen successierechten en dus een bescheiden inkomen in vergelijking met andere Europese prinsen. Hierdoor was het moeilijk voor hem om een echtgenote te vinden. Toch wist hij in een rijke familie te trouwen. Hij trouwde namelijk met prinses Mary Adelaide van Cambridge, een kleindochter van koning George III van het Verenigd Koninkrijk. Zij stond bekend als “Fat Mary” vanwege haar grote omvang. Ze was ook al in de dertig, waardoor ook zij een beperkt aantal huwelijkskandidaten had. Frans en Mary Adelaide trouwden op 12 juni 1866 in Londen. Ze kregen vier kinderen:
Omdat Frans nogal arm was, moest het paar het doen met het staatsinkomen van Mary Adelaide. Ze konden daar ook amper van rondkomen, dus verzocht Mary Adelaide haar nicht koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk om een hoger inkomen. Haar verzoek werd afgewezen, maar ze kregen wel een appartement in Kensington Palace, Londen, en een plattelandshuis in de buurt van Windsor. Ondanks hun bescheiden inkomen leefden Frans en Mary Adelaide erg uitbundig, waardoor ze grote schulden opbouwden. In 1883 zagen ze zich gedwongen te vluchten naar het vasteland van Europa, waar ze bij familieleden in Florence en Duitsland verbleven. In 1885 keerden ze uiteindelijk terug.
[bewerk] Betere tijden
In 1887 kreeg Frans van koningin Victoria de aanspreektitel “Zijne Hoogheid” ter ere van haar gouden jubileum. Ondanks dit had hij nog steeds een laag aanzien. Het tij keerde echter, toen hun enige dochter, Victoria Mary van Teck (door familieleden “May” genoemd), zich verloofde met prins Albert Victor, hertog van Clarence, die tweede in de lijn van troonsopvolging was. Hij stierf echter zes weken later. Koningin Victoria regelde toen een huwelijk met de volgende in de lijn van troonsopvolging, namelijk prins George, hertog van York.
In 1897 werd Frans weduwnaar en drie jaar later stierf hij zelf in het plattelandshuis. Hij werd naast zijn vrouw begraven in de St. George’s Chapel in Windsor Castle. Er werd beweerd dat hij eigenlijk overleed in een bordeel in Wenen, Oostenrijk, en dat zijn lichaam in het geheim naar het Verenigd Koninkrijk werd teruggebracht om de familie niet te beschamen.