Frank De Winne
Frank Burggraaf De Winne (25 april 1961) is de tweede Belgische ruimtevaarder. Dirk Frimout was de eerste.
[bewerk] Biografie
De Winne werd geboren in Ledeberg (Gent), België.
De Winne studeerde in 1979 af aan de Koninklijke Kadettenschool in Lier. Hij behaalde in 1984 de diploma's telecommunicatie en burgerlijk ingenieur-polytechnicus aan de Koninklijke Militaire School in Brussel. Hij kreeg daarbij de AIA prijs toegekend voor de beste thesis.
Daarna volgde De Winne de vliegopleiding aan de Elementaire Vliegschool in Goetsenhoven (een deelgemeente van Tienen). Hij vloog in een Mirage 5. Hij werd in 1989 gedetacheerd bij SAGEM in Parijs en werkte daar aan verbetering van de veiligheid van de Mirage. Hij voltooide de Elementaire Vliegschool in 1991 en kreeg daarbij de hoogste onderscheiding. Hij behaalde in 1992 zijn brevet van testpiloot aan de Test Pilot School in Boscombe Down, Verenigd Koninkrijk, en ontving daarbij de McKenna Trophy.
De Winne werd in december 1992 aangesteld als testpiloot voor de Belgische luchtmacht. Hij was van januari 1994 tot april 1995 verantwoordelijk voor de vluchtveiligheid van de 1st Fighter Wing te Bevekom. Van april 1995 tot juli 1996 was hij gedetacheerd als senior testpiloot van de EPAF (European Participating Air Forces) bij Edwards Air Force Base in Californië.
Op 12 februari 1997 kreeg De Winne boven Nederland motorproblemen in een F-16, waarbij de boordcomputer uitviel. Hij kon alleen nog maar neerstorten in het IJsselmeer, òf een gevaarlijke noodlanding uitvoeren in een dichtbevolkt gebied in de buurt van Leeuwarden. De Winne slaagde er echter in om de F-16 veilig aan de grond te krijgen. Dit leverde hem als eerste niet-Amerikaan de Joe Bill Dryden Semper Viper Award op.
In augustus 1998 werd De Winne commandant van het 349e Smaldeel, gestationeerd op Kleine Brogel. Tijdens de NAVO-operatie Allied Force in de Balkan in 1999 was hij commandant van de Belgisch-Nederlandse Deployable Air Task Force die meer dan 2000 vluchten uitvoerde. Naar aanleiding hiervan ontving De Winne de onderscheiding Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
De Winne heeft meer dan 2300 uren vliegervaring in uiteenlopende typen vliegtuigen, waaronder Mirage, F-16, Tornado en Jaguar.
De Winne werd in oktober 1998 geselecteerd als ruimtevaarder voor de ESA. In januari 2000 werd hij opgenomen in het astronautencorps van ESA. In augustus 2001 startte hij zijn opleiding tot astronaut in het Yuri A. Gagarin opleidingscentrum voor kosmonauten in Sterrenstad nabij Moskou.
Op 30 oktober 2002 werd De Winne als boordwerktuigkundige gelanceerd aan boord van de Sojoez TMA-1 in het kader van de Odissea Missie. De Winne werd vergezeld door gezagvoerder Sergei Zaljotin en boordwerktuigkundige Yuri Lonchakov. De Sojoez koppelde automatisch aan het internationaal ruimtestation (ISS), en diende als vervanging van de Sojoez TM-34 die sinds 27 april 2002 aan een andere poort van het ISS gekoppeld was. Er is altijd een Sojoez aan het ISS gekoppeld zodat de ISS-bemanning in geval van nood een mogelijkheid heeft om het ISS te verlaten, maar de Sojoez dient elke 6 maanden vervangen te worden door een nieuwe.
Tijdens zijn verblijf in het ISS heeft De Winne een reeks van experimenten uitgevoerd. Het gaat om medische en technische experimenten op het gebied onder andere van cardiovasculair onderzoek, neurosensorisch onderzoek, osteoporose, kristallisatie, verbrandingssynthese en difussieprocessen.
Na een verblijf van ruim 8 dagen namen De Winne, Zaljotin en Lonchakov afscheid van de permanente bemanning van het ISS, en namen plaats in de Sojoez TM-34. Ze koppelden los van het ruimtestation, en landden in de vroege ochtend van 10 november 2002 in Kazachstan.
Koning Albert II verhief hem per koninklijk besluit op 20 december in de adelstand tot burggraaf.
De Winne is getrouwd en heeft drie kinderen.