Folk
Folk is in Nederland en België de benaming voor een muziekstijl zoals die onder meer op de Britse eilanden voor het voetlicht wordt gebracht. Folk laat zich weliswaar vertalen als volksmuziek, maar meestal wordt dan de Anglo-Amerikaanse volksmuziek bedoeld. Belangrijk kenmerk van de muziek is het gebruik van traditionele muziekinstrumenten zoals viool, tin-whistle, banjo, accordeon (of trekharmonica) enz. Als muziekgenre is het in de 50er jaren opgekomen, en floreerde het in de jaren '60 en '70 tot heden.
In Vlaanderen wordt het genre nieuw leven ingeblazen door mensen zoals Bobbejaan Schoepen, Herman Dewit ('t Kliekske), Hubert Boone (De Vlier, Brabants Volksorkest), Alfred Den Ouden en zeker Wannes Van de Velde. Ook wordt voor het eerst op 'grote' schaal onderzoek verricht en worden veel liederen uit de volksmond opgetekend. Door deze volksmuzikanten van het eerste uur worden ook opnieuw doedelzakken, draailieren en allerlei andere instrumenten gebouwd naar modellen uit het verleden.
Ook in Nederland doet het genre van zich spreken met groepen en solisten als Dommelvolk, Mallemoer, Blue Dew, Wolverlei en Gerard van Maasakkers.
Een aantal van deze groepen breidt het mechanisme van het op eigentijdse wijze invullen van volksmuziek uit naar het Nederlandse taalgebied, en voegen daar oude muziekinstrumenten als doedelzak en draailier aan toe. Een belangrijke stimulans komt in de jaren zeventig van de groep Fungus, die zich laat inspireren door Britse folkrock groepen als Fairport Convention. Eind jaren zeventig beleeft de Nederlandse folkrevival, die eind jaren zestig wordt ingezet, zijn voorlopige hoogtepunt met tal van festivals, waaronder het Rotterdam Folk Festival. Vervolgens zakt de revival voor lange tijd in, zeker vergeleken met Vlaanderen. Ook daar is het genre in de jaren tachtig eerder marginaal, maar dankzij folkstages die eerst in Galmaarden en later in Gooik worden georganiseerd, groeit de interesse in de volksmuziek terug en veel jonge mensen voelen er zich opnieuw toe aangetrokken.
Deze lichting muzikanten ligt aan de basis van de (tweede) folkrevival die halfweg de jaren negentig begint. Door Erwin Libbrecht Kadril wordt het platenlabel Wild Boar Music opgericht en voor het eerst wordt de Vlaamse folk op de nationale en internationale kaart geplaatst.
Hieruit volgt voor de folk een grote bloei met vaste waarden zoals de groep Kadril en jongere groepen zoals Fluxus, Ambrozijn, AedO, Laïs, Follia, Tref en vele anderen die het genre ook meer en meer bij jongeren populair maken. Deze bloei van folk in Vlaanderen is ook goed te merken aan de vele Folkfestivals (Dranouter, Labadoux, Brosella, Deerlycke Folkfestival, Sfinxfestival, ...) en concerten die in het genre georganiseerd worden. Ook in Nederland zijn er nog een aantal folkgroepen zoals We-nun Henk, Lirio, Matzko en Dubius.
Daarnaast bestaat een recent fenomeen: Boombals. Het Boombal is de naam van een Gents dansfeest dat maandelijks wordt georganiseerd door accordeonist Wim Claeys en sinds enkele jaren overal in België succes kent.
Recent zijn er ook veel jonge groepen ontstaan waaronder Griff, Embrun en Naragonia.