Fictiebepaling
Een fictiebepaling is een bepaling waarin een juridische fictie in het leven wordt geroepen. De wet doet alsof de situatie anders is dan zij in feite is.
Een fictie is vaak te herkennen aan de wettelijke terminologie. Het gebruikt van het werkwoord "geacht" suggereert namelijk dat er geen tegenbewijs mogelijk is, waarmee iemand kan aantonen dat de werkelijke situatie anders is.
Het belangrijkste voorbeeld is de rechtspersoon in boek 2 BW. Als tien mensen samen een onderneming hebben, dan zijn dit in feite gewoon 10 mensen die samenwerken. Ze kunnen hun onderneming wel Pietje Pluk of zelfs Pietje Pluk BV noemen, maar er bestaat geen Pietje Pluk BV. Slechts de mensen die er werken doen het werk, maken beslissingen, en treden naar buiten als een eenheid op. Boek 2 BW zegt nu dat als deze onderneming zich als BV registreert en laat oprichten, zij voor de wet wordt behandeld alsof het een apart persoon is. De BV kan nu beslsissingen nemen, als procespartij optreden, een erfenis ontvangen, en vele andere handelingen verrichten.
Fictiebepalingen zijn niet alleen zoals hierboven voor het gemak geschreven. Soms wordt misbruik voorkomen en/of wordt een "muizengaatje" in (belasting) wetgeving dichtgetimmerd. Een voorbeeld is de Successiewet 1956. Behalve erfenissen belast die ook schenkingen. Om nu te voorkomen dat men geld aan iemand (belastingvrij) schenkt via iets dat juridisch geen schenking is (trust of levensverzekering) staat de Successiewet propvol fictiebepalingen, die dergelijke constructies fictief als een "verkrijging krachtens erfrecht" aanmerken.