Fermiparadox
De Fermiparadox is een paradox waarin hoge schattingen voor de kans op het bestaan van buitenaards leven in schril contrast staan met een gebrek aan bewijs daarvoor.
De leeftijd van het universum en het reusachtige aantal sterren lijken aanwijzingen voor de aanname dat buitenaards leven veel zou moeten voorkomen (zie de Vergelijking van Drake). Tijdens een lunch in 1950 praatte de natuurkundige Enrico Fermi daarover met zijn collega's, en zou toen hebben gezegd: "Waar zijn ze dan?" Als er zo veel buitenaardse beschavingen in de melkweg zijn, waarom is er dan geen bewijs, zoals sondes, ruimteschepen of radio-uitzendingen?" De eenvoudige vraag "Waar zijn ze dan?" (of, "Waar is iedereen?") is misschien apocrief maar algemeen krijgt Fermi de eer voor het op heldere en eenvoudige wijze onder woorden brengen van het vraagstuk van de waarschijnlijkheid van buitenaards leven.
Verschillende serieuze (en minder serieuze) oplossingen zijn:
- Intelligent leven is toch extreem zeldzaam of wij zijn zelfs het enige bewuste leven in het heelal.
- Intelligent leven roeit zichzelf uit in een kernoorlog of door andere zelfveroorzaakte rampen.
- Intelligent leven groeit binnen kort tijdsbestek uit tot een technologische singulariteit en is daarna onherkenbaar voor ons.
- Intelligent leven bestaat wel, maar is, net zoals wij, nog niet ver genoeg ontwikkeld om andere planeten te bereiken. Het heelal bestaat te kort voor de ontwikkeling van zulk intelligent leven.
- In het universum is iets of iemand die intelligent leven opspoort en vervolgens uitroeit als 'ongedierte'.
- De aardbewoners zijn in quarantaine. Intelligent leven zal wel oppassen om ons aardbewoners te laten weten dat het er is, juist omdat het intelligent is: misschien eist het wel een ethisch niveau waar 99% van de wereldbevolking nog lang niet aan toe is. We zijn misschien nog in een soort onbezonnen puberaal intelligentiestadium waar we technologie toepassen zonder de bijbehorende ethische verantwoordelijkheid.
- De mens is een fase in de ontwikkeling van intelligent leven, die daarna automatisch overgaat in een soort engel of godheid. In die volgende fase zijn technische communicatiemiddelen van nu niet meer nodig omdat men dan telepatisch communiceert. Men reist dan met een onbeperkte snelheid door het heelal met speciale ijl-stoffelijke lichamen. Zoals de huidige mens niet meer kan communiceren met dieren, zo kunnen die goden niet meer communiceren met mensen. We kunnen dus alleen andere mensen van een gelijk ontwikkelingsniveau ontmoeten. Dit stuit echter op technische problemen van codering van informatie en van energie om de immense afstanden te overbruggen. De kans op een sonde, ruimtevaartuig of overdracht is te gering door de geringe tijd dat de typisch menselijke (tussen)fase in een bepaald stelsel zal bestaan. Simpel gezegd: Waar zijn ze? In de hemel!
- Ander intelligent leven begeeft zich in andere dimensies. De snarentheorie gaat er van uit dat op zeer kleine schaal de ruimte niet vier-, maar tien-, of zelfs elfdimensionaal is. De zes 'extra' dimensies zijn 'opgerold', en daardoor niet waarneembaar.