Engelbert I van der Mark (-1277) was een jongere zoon uit het tweede huwelijk van graaf Adolf I van Mark en Irmhard van Gelre. Engelbert was eerst kannunik in Keulen, en volgde in 1249 zijn vader op als graaf van Mark, nadat zijn broer Everhard in 1241 gestorven was. Hij voerde voortdurend strijd met zijn broer Otto en met de aartsbisschop van Keulen. Engelbert vormde een coalitie met Gulik en zette na de slag bij Zülpich in 1266 aartbisschop Engelbert van Keulen zelfs gevangen. Hij werd in 1277 zelf gevangen genomen door de medstander van de aartsbisschop, Herman van Loon, en stierf daar. Engelbert was getrouwd met:
- Cunigonde van Blieskastel, dochter van graaf Hendrik,
- Elisabeth van Heinsberg, dochter van graaf Diederik II,
en werd vader van:
- Agnes graaf, gehuwd met graaf Hendrik tot Windeck
- Sophia, gehuwd met graaf Lodewijk II van Ziegenhain (-1294)
- Richardis, gehuwd met graaf Otto III van Tecklenburg (-1285)
- Everhard I van der Mark (-1308 )
- Adelheid, gehuwd met graaf Otto van Kleef (-1310)
- Mechthildis, gehuwd met graaf Floris van Berthout (-1331)
- Gerard, heer tot Rodichem , gehuwd met Elisabeth van Dammartin, dochter van graaf Jan.