Engelbert II van der Mark (1275-1328) was de oudste zoon van graaf Everhard I van der Mark en Irmgard van Limburg. In 1308 volgde hij zijn vader op als graaf van Mark. Engelbert gaf aan Altena stadsrechten en verwierf o.m. Ardey, Hagen, Aremberg, Lünen en verzekerde zich van Volmarstein met belangrijke grafelijke rechten in Schwelm, Bochum en Hagen en bouwde de burcht Schwarzenberg. Engelbert onderwierp het grootste deel van de landadel en was ook een tijd stadhouder van Gelre. Engelbert was in 1299 gehuwd met Mathildis van Aremberg, dochter van burggraaf Johan van Keulen-(Aremberg), en was vader van:
- Everhard, graaf van Arenberg (-1387)
- Adolf II van Mark (-1347)
- Mechthildis (-1327), gehuwd met Godfried II van Sayn, graaf van Sponheim (-1327), en met Johan II van Hochstaden, graaf van Neuenahr
- Irmgard (-1360 ), gehuwd met graaf Otto tot Lippe-Detmold (-1360 )
- Catharina, abdis van van Essen (-1360)
- Richardis, in 1344 gehuwd met graaf Bernard V tot Lippe-Reda
- Margaretha, abdis van Ueberwasser
- Engelbert III van der Mark, bisschop van Luik en aartsbisschop van Keulen.
