Elfje (gedicht)
Een elfje is een gedicht(je) van elf woorden, verdeeld over 5 regels.
- water
wie gaat
ik ben eerst
wat is het lekker
vakantie
De eerste regel heeft een woord, de tweede twee enz. De vijfde regel heeft weer een woord en bevat een samenvatting van het geheel. Een elfje is dus een woordentellend vers.
Met het schrijven van elfjes worden (jonge) kinderen gestimuleerd gedichten te schrijven en te lezen.
Nog wat extra uitleg:
- De vorm is: 1 woord; 2 woorden; 3 woorden; 4 woorden en weer 1 woord.
- Het aantal lettergrepen is onbelangrijk en speelt absoluut géén rol.
- Vaak hebben het eerste en het laatste woord ófwel een paradoxale betekenis, ófwel heeft het ene veel met het andere te maken. Het is dus moeilijk - maar niet onmogelijk - een elfje te maken dat begint met ‘vreugde’ en eindigt met ‘voetbal’, omdat het ene zo onvatbaar is en het ander materieel, tastbaar.
- Het laatste vers (= dus één woord) is de ‘bom’, waarmee je a.h.w. zegt: “juist ja!” Je kunt die bom een beetje vergelijken met de ‘chute’ of ‘wending’ in andere dichtvormen.
- Elke regel staat op zichzelf, apart - je mag één of meer zinnen dus per se niet in stukken kappen.
- Hoewel niet verplicht, is het aan te bevelen de lengte van de woorden zó te kiezen dat er ook optisch een mooi geheel ontstaat.