Ding (rechtswetenschappen)
In de geschiedenis van de rechtswetenschappen is een Ding in de Germaanse tijd een volksvergadering die recht kon spreken (en dus als rechtbank fungeerde).
In het Oudnoords heet deze vergadering þing, in het Oudfrankisch en Oudnederduits thing en in het Oudengels ðing.
De uitdrukking in het geding brengen herinnert daar nog aan. Het Ding lijkt vooral geassocieerd te zijn geweest met de Germaanse god Tīwaz (zie Týr), wellicht de god van het recht. In Noord-Engeland zijn twee gedenkstenen gevonden met de naam Mars Thincsus, waarschijnlijk een geromaniseerde vorm van Tīwaz en specifiek naar zijn betekenis voor het Ding (zie Týr).
Het Nederlandse dinsdag zou afgeleid kunnen zijn van Ding, als dag waarop het Ding gehouden werd, of van de bovengenoemde god Thingsus. Zie dinsdag.
Het gotische Dinghuis in Maastricht (thans VVV), ontleent ook zijn naam aan een rechtbank die aldaar in vroeger tijden gevestigd was.
In dit verband moet ook de uitdrukking “Alle goede dingen bestaan in drieën“ genoemd worden. Zij betekent oorspronkelijk dat men vond dat rechtszaken zorgvuldig (drie maal) afgehandeld moesten worden alvorens men tot een oordeel kwam.