Cytosine
L-Cytosine | |
---|---|
|
|
Structuurformule |
|
|
|
Molecuulformule | C4H5N3O |
Smiles | NC1=NC(NC=C1)=O |
IUPAC | |
Andere namen | 2-oxy-4-aminopyrimidine, 4-amino-2(1H)-pyrimidinone |
CAS-nummer | 71-30-7 |
EINECS-nummer | |
EG-nummer | |
VN-nummer | |
Beschrijving | nucleïnezuur |
Vergelijkbaar met | adenine, guanine, thymine |
|
|
Carcinogeen | |
Hygroscopisch | |
Risico (R) en veiligheid (S) |
R-zinnen: R36/37/38 |
Omgang | |
Opslag | |
ADR-klasse | |
MAC-waarde | |
LD50 (ratten) | mg/kg |
LD50 (konijnen) | mg/kg |
MSDS-fiches | |
|
|
Aggregatietoestand | vast |
Kleur | wit |
Dichtheid | g/cm³ |
Molmassa | 111,10 g/mol |
Smeltpunt | (ontbindt bij) 320 - 325 °C |
Kookpunt | °C |
Vlampunt | °C |
Zelfontbrandingstemperatuur | °C |
Dampdruk | Pa |
Oplosbaarheid in water | g/L |
Goed oplosbaar in | |
Slecht oplosbaar in | |
Onoplosbaar in | |
Dipoolmoment | D |
Viscositeit | Pa·S |
Kristalstructuur | |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
S |
J/mol·K |
S |
J/mol·K |
S |
J/mol·K |
C |
J/mol·K |
Evenwichtsconstanten | |
Klassieke analyse | |
Spectra | |
Waar mogelijk zijn SI-eenheden gebruikt. Tenzij anders vermeld zijn standaard omstandigheden gebruikt (298,15K of 25°C, 1 bar) |
Cytosine is een van de basen in DNA.
Samen met Adenine, Thymine en Guanine wordt deze base in een DNA keten gebonden. Cytosine kan waterstofbruggen vormen met guanine. Cytosine kan in dubbelstrengs DNA drie waterstofbruggen vormen met guanine. Door deze drie bruggen is DNA met veel guanine en cytosine naar verhouding stabieler dan DNA met veel adenine en thymine die twee waterstofbruggen vormen.
Cytosine is erg instabiel en kan door (spontane deaminatie) gemakkelijk overgaan in uracil. In RNA wordt adenine aan uracil gebonden.
Cytosine wordt een pyrimidine en Guanine wordt een purine genoemd.
Cytosine vormt citidine, een nucleoside, bij binding met ribose en deoxycytidine bij binding met deoxyribose.
Cytosine is in 1894 ontdekt en geïsoleerd uit weefsel van de thymus van een kalf. In 1903 werd een structuur voorgesteld en in hetzelfde jaar werd cytosine synthetisch in het laboratorium gemaakt.
Cytosine kan een verbinding vormen met een nucleotide. Als cytosinetrifosfaat (CTP) is het een co-factor voor enzymen en kan een fosforatoom (P) overdragen bij de reactie van adenosinedifosfaat (ADP) naar adenosinetrifosfaat (ATP).
Cytosine kan ook door het enzym DNA methyltransferase gemethyleerd worden in 5-methylcytosine.