Constantijn VII van Byzantium
905-959 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Keizer van Byzantium | ||||||
|
||||||
|
Constantijn VII Porphyrogenitus (de in het purper geborene) (905 - 9 november 959) was van 913 tot 957 keizer van het Byzantijnse Rijk.
Nadat zijn schoonvader en regent Romanus Lecapenus door diens zoons was afgezet 944 probeerden zij Constantijn ook aan de kant te schuiven. Als zoon van Leo VI was hij de legitieme troonopvolger, die in naam zelfs al 31 jaar keizer was. Hij had er genoeg van aan de kant gezet te worden en zond zijn rivalen in ballingschap.
Constantijn was eerder een geleerde dan een heerser. Hij liet veel staatszaken aan zijn veel ambitieuzere vrouw Helena Lecapena over en wijdde zich aan de studie van het roemrijke verleden. Hij schreef zelf een aantal uitstekende historische verhandelingen en stimuleerde allerlei intellectuele activiteiten in zijn hoofdstad. Zijn interesse was eerder encyclopedisch dan kreatief, maar het Byzantijnse onderwijs had veel aan hem te danken.
Hij kondigde in 947 een wet af die de boeren tegen de 'machtigen' beschermden die hun hun land afpakten. Ook het bezit van soldaten werd geregeld.
Aan de noordgrens met Bulgarije heerste vrede, al moesten de Magyaren een aantal keren geweerd worden. Byzantium kon zich voornamelijk op de Arabieren concentreren, hoewel Constantijn daar weinig blijvende resultaten bereikte, voor een deel door grove fouten van zijn generaal Gongylas.
Het Byzantijnse hof onderhield in zijn tijd bijzonder levendige diplomatieke betrekkingen met een groot aantal andere regeringen, zoals met de Kalief Abd-er-Rahman III in Cordova in Spanje, verschillende onderling vijandige Arabische staten en Otto de Grote. In 957 kwam de Russische prinses Olga van Kiev, die de naam Helena aannam als haar doopnaam, persoonlijk op bezoek. Dit legde de grondslag voor bijzonder goede betrekkingen met deze groeiende macht in het voorheen zo barbaarse noorden.
Constantijn stierf op 9 november 959 en liet de troon na aan zijn zoon Romanus II