Coniotomie
Een coniotomie of cricothyrotomie is een chirurgische noodprocedure om in geval van een luchtwegobstructie de ademweg vrij te maken.
Bij een coniotomie wordt een gaatje gemaakt in het strottehoofd, vlak onder de stembanden, in de membrana cricothyroidea, de membraan die zich bevindt tussen het ringkraakbeen en het schildkraakbeen van het strottenhoofd. Dit is een tijdelijke oplossing van het probleem van de ademobstuctie die snel dient te worden vervangen door een intubatie of door een tracheotomie omdat anders een littekenvernauwing ter plaatse kan ontstaan, een stenose van de subglottische ruimte.
Bij situaties waarbij iemand dreigt te stikken door obstructie van de keel zoals een wespensteek in de keel, epiglottitis (acute kroep) of een brok voedsel dat niet vanuit de mond te verwijderen is en waarbij een heimlichmanoeuvre niet werkt, zal medische hulp niet altijd op tijd komen en kan het leven van de patiënt worden gered als een omstander een coniotomie durft uit te voeren. Daarom wordt de techniek van een coniotomie wel eens geleerd bij cursussen reanimatie.
Bij een coniotomie maak je met een mes(je) een kleine snee in de huid, ter hoogte van het groefje onder de adamsappel tot je lucht hoort ontsnappen. Hierna moet de luchtweg worden opengehouden door er een hol pijpje in te plaatsen (bijvoorbeeld het omhulsel van een ballpen). Speciaal voor deze situatie zijn er coniotomen ontwikkeld die uit een hol pijpje met een trocart met een punt bestaan.