CN-gas
Verschillende traangassen zijn in de loop van de tijd gebruikt met het doel tegenstanders tijdelijk uit te schakelen. De meest gebruikelijke gassen o.a. bij de politie zijn chlooracetofenon (CN-gas) en chlorobenzilideen malonitril CS-gas. Het zijn in strikte zin eigenlijk geen gassen, maar poeders opgelost in een oplosmiddel, dat bij de verspreiding verdampt en dan een nevel van een traan verwekkende stof achterlaat.
Dit lemma behandelt een |
||
---|---|---|
Zuurstofverdringende gassen: | Chloorcyanide (CK) – Blauwzuur (AC) – Koolmonoxide | |
Blaartrekkende gassen: | Lewisiet (L) – Zwavel-mosterdgas (HD, H, HT, HL, HQ) – Stikstof-mosterdgas (HN1, HN2, HN3) | |
Zenuwgassen: | G-Agents: Tabun (GA) – Sarin (GB) – Soman (GD) – Cyclosarin (GF) | V-Agents: VE – VG – VM – VX | |
Verstikkende gassen: | Chloor – Chloorpikrine (PS) – Fosgeen (CG) – Difosgeen (DP) | |
Irritantia: | Agent 15 (BZ) – KOLOKOL-1 | |
Traangassen: | Peperspray (OC) – CS-gas – CN-gas – CR-gas |