Bouw

De bouw is de economische sector die zich bezighoudt met het maken van woningen en andere bouwwerken. De kennis die hiervoor nodig is, en de wetenschap die zich daarmee bezighoudt, heten bouwkunde.

Inhoud

1 Mensen in de bouw
- 1.1 Beroepen in de bouw
2 Economie
- 2.1 Bouwsector in Nederland
3 Materialen
4 Onderdeel van
5 Zie ook
6 Externe links
7 Bronnen

[bewerk] Mensen in de bouw

Een bouwproject met op de voorgrond een hijskraan

De bouw is mensenwerk. In het moderne bouwproces, spelen de volgende personen een rol:

de initiatiefnemer
de ontwerper
de bouwer
de gebruiker

Hoewel het nog steeds voorkomt dat iemand zijn eigen huis bouwt, wordt het meeste bouwen gedaan door gespecialiseerde bouwbedrijven die in opdracht van een opdrachtgever een gebouw plaatsen.

Projectontwikkelaars laten op eigen initiatief kantoren, bedrijfspanden en wooncomplexen ontwerpen en bouwen om die naderhand te kunnen verkopen.

[bewerk] Beroepen in de bouw

In Nederland werken 419.000 mensen in de bouw (2^e kwartaal 2003).

Een onvolledige opsomming van beroepen in de bouw:
aannemer - architect -blokkenlijmer - bekister - betonstaalverwerker - betonreparateur - bouwkundig tekenaar - opzichter - bouwvakker - calculator - constructeur - dakdekker - huisschilder - ijzervlechter - installateur - loodgieter - metselaar - opperman - steigerbouwer - stukadoor - technisch tekenaar - timmerman - uitvoerder - werkvoorbereider - tegelzetter
Een overzicht van opleidingen en beroepen in de Belgische bouwsector vindt men bij FVB (Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid).

[bewerk] Economie

De bouw is een conjunctuurgevoelige sector. Als de economie begint te groeien, hebben alle bedrijven grotere bedrijfsgebouwen nodig, als de groei terugloopt, laat bijna niemand iets nieuws bouwen.

De bouw bestaat uit de volgende deelsectoren:

burgerlijke en utiliteitsbouw (B&U) (bouw van woningen, kantoren en dergelijke),
grond-, weg- en waterbouw (GWW),
installatiebedrijven (elektrische installaties, verwarming en dergelijke)
afwerkbedrijven (zoals schilders en stukadoors) en
andere, gespecialiseerde bedrijven (als onder meer heiwerk en betonvlechten).

Een aantal typen bedrijven zijn nauw bij de bedrijfstak bouwnijverheid betrokken, onder meer:

zand- en grindwinningsbedrijven;
producenten van asfalt, beton, cement en betonwaren;
steenfabrieken;
timmerbedrijven;
glas- en glasbewerkende bedrijven;
constructiewerkplaatsen;
producenten van metalen ramen, deuren en kozijnen;
hoveniersbedrijven.

Daarnaast zijn veel dienstverlenende bedrijven, zoals architectenbureaus en projectontwikkelaars, actief in dezelfde bedrijfskolom.

[bewerk] Bouwsector in Nederland

De volgende cijfers geven een beeld van de bouwnijverheidssector:

Aantal bedrijven: 65.000 (jaar: 2001)
Aantal aan de bouw verwante bedrijven: circa 20.000
Werkgelegenheid: 446.000 personen (inclusief kleine zelfstandigen)
Aantal werknemers: 400.000 (6% van de werknemers in Nederland)
Netto omzet: EUR 45 miljard (2000)
De bouwnijverheid draagt zes procent aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland bij.

Een groot aantal bedrijven in de bouw behoort tot het midden- en kleinbedrijf en er zijn erg veel zeer kleine bedrijven. Er bestaat een klein aantal grote concerns. Ongeveer vijfhonderd bedrijven maken deel uit van één van de twaalf grootste bouwconcerns. De bedrijven in de grond-, weg- en waterbouw verkrijgen 60% van hun omzet uit overheidsopdrachten. In 2000 gaf de overheid EUR 5 miljard uit aan opdrachten voor grond-, weg- en waterbouw.

Veel bedrijven in de bouw gaan voor grote opdrachten tijdelijke samenwerkingsverbanden aan. Dat wil zeggen dat twee of meer bedrijven samen een opdracht aannemen. Ook onderaanneming komt veel voor. Bijna een derde van het werk wordt uitbesteed aan onderaannemers, bijvoorbeeld, aan een installatiebedrijf of hoveniersbedrijf.