Arnulf II van Vlaanderen
960/961 - 988 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Graaf van Vlaanderen | ||||||
|
||||||
|
Arnulf II (960/961 – 988), zoon van Boudewijn III en van Mathilda Billung van Saksen, was graaf van Vlaanderen van 964 tot aan zijn dood. Zijn vader Boudewijn III werd in 958 door graaf Arnulf I tot mederegent aangesteld, maar overleed reeds in 962. Bij de dood van graaf Arnulf I was zijn kleinzoon, de jonge Arnulf II, vier jaar.
Arnulf volgde dus in 965 zijn grootvader op, aanvankelijk onder de voogdij van de Franse koning Lotharius, die vóór de dood van Arnulf I beloofd dat hij ervoor zou zorgen dat de Vlaamse edelen de jonge graaf niet zouden manipuleren voor hun eigen belang, een belofte waaraan hij zich inderdaad ook hield. Rond 976 liet koning Lotharius de regering aan Arnulf over, maar onthield hem het gezag over de door Arnulf I veroverde gebieden Oosterbant, Artesië, Ponthieu en Amiens.
Het overige deel van het graafschap viel uiteen in semi-autonome gebieden, waarover Arnulf geen werkelijk gezag uitoefende. Aan deze gezagscrisis zou Arnulfs zoon en opvolger, Boudewijn IV, een einde maken.
Arnulf II was in 968 gehuwd met Rosela van Ivrea (° 945 - † Gent 26 januari 1003, dochter van Berengarius II, koning van Italië van 950 tot 963, en van Willa van Toscane.
[bewerk] Nazaten
- Boudewijn IV
- Mathilda (° ? - † 995)
- Odo van Cambrai (° ? - † 1053), gehuwd met Odele van Bois Ferrand