Alfons Verbist
Alfons Verbist (Itegem, 15 september 1888 - Bonheiden, 24 oktober 1974) Vlaamsgezind katholiek politicus. Was de zoon van een bakker, haalde in 1907 het diploma van onderwijzer aan de Katholieke Normaalschool te Mechelen, en werd er in 1912 leraar. Hij kwam in contact met de katholieke Vlaamse studentenbeweging en met de plaatselijke christelijke arbeidersbeweging en voerde van daaruit in 1919 samen met Philip Van Isacker de vervlaamsing en democratisering van de katholieke partij door. Hij weigerde de door het ACW aangeboden plaats op de katholieke Kamerlijst voor de verkiezingen van 1919, maar werd wel plaatselijk ACW-voorzitter. Pas in 1926 aanvaardde hij voor het eerst een politiek mandaat, nadat hij als lijstduwer met een recordaantal voorkeurstemmen tot gemeenteraadslid verkozen was. Ondertussen studeerde hij pedagogie en musicologie, o.a. in Berlijn en Keulen, en in 1931 promoveerde hij aan de Rijksuniversiteit Gent tot doctor in de opvoedkunde.
In 1932 werd Verbist schepen te Mechelen en aanvaardde hij omwille van de schoolkwestie een senaatszetel. In 1935 werd hij voorzitter van de Katholieke Vlaamse Senaatsgroep. Na de nederlaag van de katholieke standenpartij bij de parlementsverkiezingen van 1936 bereidde hij mee de hervorming tot Katholieke Vlaamse Volkspartij (K.V.V.) voor, en hij werd er de eerste voorzitter van. Hij bleek de geknipte figuur om een brug te slaan naar het Vlaams Nationaal Verbond (V.N.V.) en lag aan de basis van het Beginselakkoord van december 1936 tussen beide partijen. Omdat hij zich concentreerde op de nationale politiek, stelde hij zich niet meer kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1938. Wel was hij in Mechelen de architect van een controversiële 'Rechtse Concentratie' van K.V.V., V.N.V. en de extreem-rechtse protestpartij Rex; deze 'concentratiegroep' zou trouwens na de gemeenteraadsverkiezingen van 1938 samen met twee afgescheurde liberalen in Mechelen aan de macht komen. In 1939 stapte Verbist van de Senaat naar de Kamer over.
Na de Tweede Wereldoorlog was Verbist één van de grondleggers van de Christelijke Volkspartij in 1945. Reeds in september 1944 had hij als één van de eersten geprotesteerd tegen de excessen van de repressie. Hij steunde mee de oprichting van het Harmel-Centrum, dat zou waken over de schoolvrede in het land. Toen op 20 maart 1947 de katholiek-socialistische regering-Spaak tot stand kwam, werd hij minister van Volksgezondheid en van het Gezin. Reeds na 20 maanden, op 27 november 1948, viel de regering over de amnestiekwestie. Tijdens de Koningskwestie sprong hij in de bres voor Leopold III; diens aftreden was voor Verbist een ontgoocheling. In 1950 werd hij voorzitter van de heropgerichte maar kortstondige Katholieke Vlaamse Kamergroep. Als lid van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad bereidde hij vanaf 1957 het Benelux-Unieverdrag van 1960 mee voor. Na zijn (late) huwelijk in 1958 trok hij zich geleidelijk uit de politiek terug. In 1959 verdween hij uit de Mechelse gemeenteraad, waar hij sinds 1946 opnieuw lid van was, en in 1961 verdween hij uit het parlement.
Bronnen: Lannoy, H. De (1987), Verbist Alphonsus, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, Brussel: Paleis der Academiën, deel 12, kol. 766-773; Gerard E. (1998), Verbist Alfons, in: Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt: Lannoo, deel 3, p. 3184-3185.