Adolf Heinrich von Arnim-Boitzenburg
Adolf Heinrich Graf von Arnim-Boitzenburg (Berlijn 10 april 1803 - Slot Boitzenburg 8 januari 1868) was een Pruisisch staatsman.
Na studies te Göttingen en Berlijn trad hij in dienst van de Prusisiche overheid. Hij werd districtscommissaris van de Uckermark, in 1833 hoofd van het Regierungsbezirk Stralsund, later van Aken. Daar lukte het hem een in ieder geval ogenschijnlijk goede verstandhouding tussen de staat en de katholieke kerk te bewerkstelligen. In 1839 werd hij overgeplaatst naar Merseburg, in 1840 naar de provincie Posen. Van 1839 tot 1866 was hij lid van de landdag van Brandenburg.
In 1842 werd hij minister van Binnenlandse Zaken, in welke hoedanigheid hij, ondanks een aanzienlijke beperking van de geheime politie, naar de wens van Frederik Willem IV op streng absolutistische wijze regeerde. Hij was desondanks niet fel anti-liberaal, maar wenste wel een sterke invloed van de aristocratie op de regering.
Omdat hij de koning niet van zijn ideeën kon overtuigen, diende hij in 1845 zijn ontslag in. Op 19 maart 1848 benoemde Frederik Willem hem echter tot voorzitter van een nieuw kabinet. Als zodanig trad hij echter reeds op 29 maart af om het aantreden van de liberale oppositie mogelijk te maken.
Hij werd op 18 mei tot afgevaardigde namens Prenzlau in het Frankfurter Parlement verkozen. Die functie legde hij echter reeds op 10 juni neer omdat de wind die daar waaide hem niet beviel. In 1850 was hij lid van het Erfurter Parlement. Hij was een uiterst rechts lid van de Tweede Kamer en was sinds 30 november 1854 erfelijk lid van het Herrenhaus. Daar leidde hij een gematigd conservatieve fractie en verzette hij zich tegen de bureaucratie van de regering-Manteuffel.
Hij stierf na een lang ziekbed op 8 januari 1868. Zijn zoon Adolf von Arnim-Boitzenburg was eveneens politicus.
Voorganger: Eduard Heinrich Flottwell |
Eerste president van Posen 1840-1842 |
Opvolger: Carl Moritz von Beurmann |
Voorganger: Gustav Adolf Rochus von Rochow |
Minister van Binnenlandse Zaken van Pruisen 1842-1845 |
Opvolger: Ernst von Bodelschwingh-Velmede |
Voorganger: -- |
Minister-president van Pruisen Regering-Arnim 1848 |
Opvolger: Gottfried Ludolf Camphausen |
Voorganger: Karl Ernst Wilhelm von Canitz und Dallwitz |
Minister van Buitenlandse Zaken van Pruisen Regering-Arnim 1848 |
Opvolger: Heinrich Alexander von Arnim |