Achtergebleven pion
|
Een achtergebleven pion is een term uit het schaakspel. De achtergebleven pion is een pion die niet door een andere pion wordt gedekt en ook niet naast een andere pion in dezelfde kleur geplaatst kan worden. Ze vormt vaak een verzwakking. De zwakte van de achtergebleven pion is tweeledig. Op de eerste plaats is de pion alleen nog maar te dekken door stukken, waardoor het een handenbindertje kan worden. Op de tweede plaats is het veld voor de pion ook vaak een sterk veld voor de tegenpartij. Vooral paarden kunnen dit veld gebruiken als sterk blokkadeveld.
In de onderstaande partij die gespeeld werd door Timo Janssen en Daniel Schenkeveld (Hengelo open) 2002, schaakopening Slavisch Eco-code D 12, ontstaat na de zetten: 1.d4 Pf6 2.Pf3 d5 3.c4 c6 4.Pc3 Lf5 5.e3 e6 6.Le2 Lb4 7.0-0 0-0 8.a3 Lc3 9.bc Pbd7 10.cd cd 11.Lb2 Tac8 12.Tc1 Da5 13.Ld3 Ld3 14.Dd3 Pb6 15.Pd2 Pc4 - de volgende stelling: (diagram) Hier is c3 een achtergebleven pion: hij kan niet door een andere pion gedekt worden en ook niet opgeschoven naar c4. Hij gaat verloren en wit verloor na 49 zetten.
De pion op a3 is in deze stelling een geïsoleerde pion.