Uitvloeiingsgesteente
Met uitvloeiingsgesteente, extrusief (gesteente) of vulkanisch gesteente wordt een stollingsgesteente bedoeld dat aan het aardoppervlak is gestold. De term "vulkaniet" wordt ook wel eens gebruikt.
Inhoud |
[bewerk] Uitvloeiingsgesteenten
Uitvloeiingsgesteenten bestaan per definitie uit kristallen of zelfs glas. Omdat het stollen van de lava (als magma het aardoppervlak bereikt, wordt er doorgaans gesproken van "lava") zeer snel geschiedt, is er geen tijd voor de mineralen in het uitvloeiingsgesteente om kristallen te vormen. Bij zeer snelle stolling, als een "schrikreactie", kan vulkanisch glas (bijvoorbeeld obsidiaan) ontstaan. De meest voorkomende uitvloeiingsgesteenten zijn het felsische rhyoliet en het mafische basalt. Ook de zeldzame ultramafische komatiiet wordt tot de uitvloeiingsgesteenten gerekend.
[bewerk] Naamgeving en klassificatie
Extrusieve gesteenten kunnen geclassificeerd worden op hun chemische samenstelling of korrelgrootte van tephra.
De naam "vulkanisch gesteente" is net als het woord "vulkaan" afgeleid van de Romeinse god van het vuur, Vulcanus. De naamgeving van uitvloeiingsgesteente kan verwarrend zijn, wanneer de term "vulkanisch gesteente" gehanteerd wordt. Hoewel strict genomen vulkanisch gesteente aan het oppervlak gestold is, wordt er soms elk door vulkanisme geproduceerd vast gesteente onder verstaan, dus ook gang- en (minder vaak) dieptegesteente. De term extrusief of uitvloeiingsgesteente is daarom een nauwkeurigere naam. Voor informatie over gang- en dieptegesteenten, zie de betreffende artikelen.
[bewerk] Chemische en mineralogische samenstelling
Zie het artikel naamgeving van uitvloeiings en ganggesteenten op chemische samenstelling voor meer over de onderverdeling op chemische samenstelling.
[bewerk] Korrelgrootte
Bij uitvloeiingsgesteenten zal de grootte van de kristallen te klein zijn om met het blote oog te zien. Bij explosief vulkanisme kunnen echter gesteenten ontstaan die fragmenten ander materiaal bevatten (zogenaamde tephra). Deze gesteenten, die pyroclastische gesteenten genoemd worden, kunnen benoemd worden op de grootte en sortering van de brokstukken.
Bij brokstukken kleiner dan 2 mm spreekt men van as, bij brokstukken tussen 2-64 mm van lapilli en bij brokstukken groter dan 64 mm van vulkanische bommen. Dunne slierten vulkanisch glas worden pele's hair (haar van Pele) genoemd. Als een gesteente uit grote brokstukken bestaat wordt het een vulkanisch agglomeraat genoemd, als het uit as bestaat tufsteen.
Met de sortering wordt bedoeld hoe goed de brokstukken zijn gesorteerd op grootte. Bevat het pyroclastische gesteente brokstukken die allemaal dezelfde grootte hebben of is er veel verschil? Dit kan iets zeggen over de ontstaanswijze van de steen. Goed gesorteerde brokstukken wijzen op afzetting door fall-out uit de lucht, slechte sortering op afzetting door stroming over land.
[bewerk] Voorkomen
De uitvloeiingsgesteenten basalt en rhyoliet worden doorgaans aangetroffen als bovenste "niveau" boven de gang- en dieptegesteente-varianten, respectievelijk doleriet en granofier en de intrusieven gabbro en graniet.
Er zijn verschillende vormen waarin uitvloeiingsgesteenten kunnen voorkomen, de bekendste hiervan zijn:
- pahoehoe of touwlava
- aa of bloklava
- kussenlava
- basaltzuilen
[bewerk] Zie ook
Indeling der stollingsgesteenten | ||||||
felsisch | mafisch | |||||
% SiO2 | >68 | 68-63 | 63-52 | 52-48 | <48 | |
uitvloeiingsgesteente | rhyoliet | daciet | andesiet | basalt | komatiiet | |
ganggesteente | granofier | granodioriet | dioriet | doleriet | peridotiet | |
dieptegesteente | graniet | gabbro |