Twijfel
Twijfel is het niet kunnen kiezen tussen zaken die gekend zijn. De stam twij- is etymologisch verwant aan het woord voor het getal twee.
- Pathologische twijfel: Parallel hiermee staat 'onzekerheid' of het niet weten van zaken. Twijfel kan pathologisch zijn als dit destructief is voor de persoon zelf of voor zijn omgeving, tot volslagen immobilisme aanzet of veel te lang duurt. Een goed voorbeeld hiervan geeft Hamlet, die in het gelijknamige stuk van Shakespeare letterlijk gek wordt van de twijfel.
- Methodische twijfel: Men kan aan alles (ook het zintuigelijk waarneembare) twijfelen, behalve aan het feit dat aan alles te twijfelen valt. Er is zekerheid dat ik op dit moment twijfel, dus dat ik denk. "Alles wat ik buiten mij waarneem zou bedrieglijk kunnen zijn, alles wat ik maar kàn denken zou onwaar kunnen zijn, maar twijfelend ben ik in ieder geval zeker van mezelf als denkend wezen." --> "Cogito ergo sum" (Ik denk dus ik ben). Zie ook de filosofie van René Descartes.
Het uitstellen van een oordeel lijkt op twijfel; de Stoïcijnen deden dat met overtuiging, met als doel zo veel mogelijk gegevens te verzamelen alvorens tot een oordeel te komen.
[bewerk] Twijfelen of weifelen
Het werkwoord weifelen heeft dezelfde wortel als wuiven, en betekent van oorsprong heen en weer bewegen. De huidige betekenis van aarzelen is waarschijnlijk mede ontstaan door de gelijkenis (in vorm en betekenis) met 'twijfelen'. Als voornaamste verschil tussen de twee wordt gezien dat er bij twijfel sprake moet zijn van twee (of meer) alternatieven, terwijl men kan weifelen zonder dat er überhaupt iets te kiezen valt! De mengvorm wijfelen komt al in 17e eeuw voor, maar wordt door geen enkele spellingscode goedgekeurd. Zie ook taaladvies.net.