Tractuur
Onder de tractuur van een kerkorgel wordt de overbrenging verstaan, die de mechanische acties van de bespeler doorgeeft naar de onderdelen in het orgel, die de acties moeten uitvoeren. De mechanische acties van de organist kunnen zijn:
- Het indrukken van een toets van een manuaal of het pedaal
- Het trekken, schuiven of anderszins bedienen van een register
- Het bedienen van speelhulpen, zoals koppels, zwelwerken en dergelijke
De term tractuur wordt vooral gebruikt voor nadere duiding van de toetstractuur en de registertractuur.