Tapdansen
Tapdansen is een dansvorm die in het midden van de 18e eeuw in de VS ontstaan is doordat ritmische karakteristieken van de Afrikaanse dans werden gekombineerd met danspassen die uit Europese volksdansen stamden. Vroeger werd het op zand en kleine kiezelstenen beoefend maar nadat men ijzers onder de schoenen monteerde groeide de TAP-DANCE uit tot een beter beheersbare en meer expressieve dansvorm die sinds de Amerikaanse burgeroorlog zeer populair geworden is. Door het ritmisch tappen is de danser tevens muzikant (percussionist). De reden waarom Tapdans uitgegroeid is tot een cultuurverschijnsel van de massa in de VS moet gezocht worden in de toegankelijkheid van Tapdans. Tapdans is een dansvorm die iedereen ongeacht leeftijd, sexe, of fysieke vorm kan beoefenen. Tapdans wordt gehanteerd als een complete techniek, maar in tegenstelling tot ballet vereist TAP-TRAINING dat men zich ontspant en blij voelt.
In de tapdans maken dansers vaak gebruikt van syncopering. Choreografieën starten meestal op de achtste blij maat of tussen de achtste en de eerste maat. Tapdans is bovendien vaak geïmproviseerd, al dan niet met begeleidende muziek.
Inhoud |
[bewerk] Ontwikkelingen Tapdans in Nederland
Tapdans choreografen en leraren kwamen meestal uit het buitenland. In de jaren dertig specialiseerde de show-danser Johannes Bouman (JACK BOW) zich in de toen populaire English Tap dance. Jack ging regelmatig terug naar Londen om zijn tapdanstechniek bij te slijpen,en er kennis te nemen van de nieuwste ontwikkelingen op dat gebied.Na zijn danscarrière gaf hij les aan de Kleinkunst Academie en choreografeerde voor de Hoofdstad Operette en Revues. De volgende Tapdans pionier was JOSÉ LEWIS. José Lewis uit Londen kreeg, naast haar balletopleiding bij de Royal Academy of Dancing, ook een degelijke Tapopleiding bij de Imperial Society of Teachers of Dancing In 1952 kwam ze naar Nederland om er in de Sleeswijk Revue op te treden in een choreografie van Jack Bow. Al gauw vormde ze haar eigen dansgroep "The José Lewis Dancers" en Maakte vervolgens dansen voor de Haagsche Comedie,en andere gezelschappen maar later ook voor televisieproducties. In de jaren zeventig ging Lewis les geven en leidde een groot aantal leraren op en zodoende bracht zij het vak tapdans in die periode op een hoger niveau.
[bewerk] NIEUWE TAPDANS GENERATIE 1973-1985
Na de eerste tapdans pioniers Jack Bow en José Lewis volgde er een nieuwe generatie beter opgeleide dansers en docenten. Het succes van groot opgezette MUSICALS in N.Y.C. in de zeventiger jaren, met daarin geintergreerd de tapdans was een stimulering voor de weer opbloeiende tapdansrage van dat moment. Benjamin Feliksdal was voordat hij met z'n balletopleiding begon een tapdansleerling bij Jack Bow en Iris Ray in Amsterdam (1950-1955). Later in zijn danscarrière werd die passie voor jazz en tapdans weer aangewakkerd! Zijn kennis op het gebied van tapdans heeft Feliksdal in de jaren 1973-1975 in New York verder uitgediept. Intensieve tapdanslessen volgde hij bij gerenommeerde docenten zoals Henry le Tang, Jerry Ames, Michael Dominico, Charles Loëwe, Mary Jane Brown en Carol Hess. Bij terugkeer uit New York, gaf Feliksdal door zijn dynamische stijl, en flitsende tapdanslessen, workshops en het ontwikkelen van een tapdansgroep, aan de Nederlandse tapdans nieuwe impulsen.
[bewerk] Historie
Als voorlopers van het tapdansen worden genoemd:
- Afrikaanse dans op drumritmes
- Afrikaanse welly boot dance (dans waarbij door de dansers gedrage werklaarzen (kaplaarzen) als percussie-instrument worden gebruikt)
- Spaanse flamenco, waarbij metalen nagels in de teen en de hiel van dansschoenen de danspassen hoorbaar maken
- Step dancing
- Klompendans, waarbij soms zonder muziek wordt gedanst, met alleen het geluid van de klompen op de vloer
- Ierse Sean-nós dans (verschilt van de step dance)
Tapdansen begon in de jaren dertig van de 20e eeuw in de wijk Five Points in New York als een mengeling van de Afrikaanse aangewakkerdShuffle (dans)|Shuffle]] en Ierse, Schotse en Engelse step dances. Waarschijnlijk waren de syncope uit de Afrikaanse muziek en dans en de Ierse jig (stijl van volksdansen en de bijbehorende muziekstijl) het meest van invloed. Dansers uit verschillende immigrantengroepen wedijverden met hun beste passen, waaruit een Amerikaanse stijl ontstond. Vanaf de jaren '30 mengde tapdansen zich ook met Lindy Hop. Flying swing outs en flying circles zijn Lindy Hop passen met tappen erin verwerkt.
De bloeitijd van tapdansen liep van ongeveer 1900 tot 1955. Het was in die tijd de belangrijkste showdans in Vaudeville en op Broadway. Vanaf de jaren '30 waren de beste tapdansers ook op televisie en in diverse films te zien.
Tapdansen werd voor de Tweede Wereldoorlog ook wel jazzdans genoemd vanwege de muziek waarop gedanst werd. Toen in de jaren '50 de jazz plaatsmaakte voor Rock 'n' Roll ontstonden er nieuwe jazzdansen.
[bewerk] Beroemde tapdansers
- Fred Astaire
- John Bubbles (born John William Sublett)
- Brenda Bufalino
- Charles "Honi" Coles
- Steve Condos
- Lynn Dally, co-founder of Jazz Tap Ensemble
- Sammy Davis Jr.
- Arthur Duncan
- Buddy Ebsen (Jed Clampett on the Beverly Hillbillies)
- Vera Ellen
- Savion Glover
- Gregory Hines of Hines, Hines and Dad
- Maurice Hines, Jr. of Hines, Hines and Dad
- Maurice Hines, Sr. of Hines, Hines and Dad
- Master Juba (William Henry Lane) of Five Points
- Ruby Keeler
- Gene Kelly
- Ann Miller
- Fayard Nicholas of The Nicholas Brothers
- Harold Nicholas of The Nicholas Brothers
- Eleanor Powell
- Bill Robinson (aka Bojangles)
- Howard "Sandman" Sims
- Jimmy Slyde is a Jazz influenced tap dancer whose style is reflected in his name ('slide').
- Tommy Tune
- Michael Flatley
[bewerk] Zie ook
Dans - Jazzdans - Swingdans - Lindy Hop
Bron(nen): |
|
De uitdrukking "tapdance" verscheen voor het eerst rond 1928. Merriam-Webster bepaalt het twee manieren, eerst: Een stapdans die uit hoorbaar door middel van schoenen met harde zolen wordt onttrokken of zolen en hielen waaraan de kranen zijn toegevoegd. De tweede definitie is interessanter: Een actie of een verhandeling bedoelde te rationaliseren of af te leiden. De vroege slavenhandel in Amerika resulteerde in een ritmische botsing van culturen. Door de vrees van opstand, begonnen de slavenhouders in paniek te raken toen men ontdekte dat Afrikanen met elkaar - over lange afstanden en in code - door het gebruik van trommels konden communiceren. Helemaal over het Zuiden, verbieden de slavenhouders het gebruik van trommels en andere inheemse instrumenten in Afrikaanse godsdienstige ceremonies. Maar Afrikaans Amerikanen hielden op hun traditionele ritmen door hen naar hun voeten over te brengen. Tapping out van complexe ritmische passages werd ontwikkeld, en een subtiele, ingewikkelde en essentiële fysieke code van uitdrukking was geboren. Door de media negentiende eeuw, hadden Afrikaans Amerikanen hun voetwerk met Ieren gecombineerd en Britten die stappen belemmeren om een geroepen stijl " buck and wing ". Wat later de Moderne tapdance werd.