Stamnummer (voetbal België)
In het Belgisch voetbal is een stamnummer of matricule een uniek nummer dat een voetbalclub die aangesloten is bij de KBVB identificeert. Het systeem werd in 1926 ingevoerd. De toen geregistreerde clubs kregen een stamnummer, sindsdien wordt aan iedere nieuwe club die zich inschrijft een stamnummer toegekend, in oplopende volgorde. Het systeem met stamnummer is uniek, en vindt men niet terug in andere grote voetbalfederaties.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
De voetbalbond werd als de toenmalige UBSSA opgericht in 1895, de eerste officiële competitie werd in 1895/96 gehouden. Het systeem van stamnummer werd echter pas ingevoerd in 1926, onder impuls van secretaris generaal Alfred Verdijk. De eerste lijst met stamnummers verscheen in La Vie Sportive op 21 december 1926. Alle 809 clubs die voor 1926 werden opgericht en nog steeds actief waren, kregen een stamnummer toegekend. De stamnummers werden toegekend naar de chronologische volgorde waarop clubs waren aangesloten bij de voetbalbond, hoewel dit niet helemaal correct gebeurde. Antwerp FC kreeg stamnummer 1 toegekend. Ongeveer 1070 clubs die waren geschrapt of gefusioneerd voor deze datum kregen zodoende nooit een stamnummer. Enkele van deze clubs die zo zonder nummer bleven waren grote clubs geweest die tijdens de eerste jaren van de officiële competities in de hoogste nationale afdelingen hadden gespeeld, zoals Sporting Club de Bruxelles, Brugsche Football Club, Union FC d'Ixelles, Athletic and Running Club de Bruxelles, Association Sportive Anvers-Borgerhout.
Een ander voorbeeld merkt men bovenaan in de lijst wanneer men de twee oude Luikse clubs beschouwt, namelijk RFC de Liège (stamnummer 4) en Standard Luik (stamnummer 16). Daar tussen staat geen enkele andere club uit de stad opgenomen. Toch waren voor 1902, het jaar waarop Standard aansloot, tientallen andere Luikse clubs aangesloten bij de voetbalbond, zoals Momy de Kinkempois, Stella du Val-Saint-Lambert, Liège Football Association en Sporting Club Liègeois. Deze clubs waren echter verdwenen tegen 1926.
[bewerk] Administratief
Het stamnummer vormt sinds 1926 een essentieel onderdeel in de organisatie van kampioenschappen door de KBVB. Het is immers de enige unieke referentie om de exacte identiteit van een club te bepalen, inclusief de jeugdploegen van een club. Het stamnummer speelt dan ook een opmerkelijk rol in speciale situaties, zoals schrappingen of fusies van clubs.
Doorheen de geschiedenis van de competities en van de clubs blijft het stamnummer een constante administratieve referentie voor de club. Een club kan verschillende malen van naam veranderen, andere clubkleuren kiezen of van locatie veranderen, de club blijft echter uniek administratief onder hetzelfde stamnummer geregistreerd.
Wanneer een club ophoudt te bestaan en geschrapt wordt uit de registers van de voetbalbond, dan verdwijnt ook het stamnummer van de club. Wanneer twee clubs fusioneren, dan moeten de clubs het stamnummer van één beide kiezen waaronder de fusieclub verder zal aantreden. Het andere stamnummer verdwijnt dan.
[bewerk] Prestige
Het stamnummer is voor sommige clubs een vorm van prestige en verwijst naar de geschiedenis van de club. De laagste stamnummers zijn immers toegekend aan de oudste clubs, een laag stamnummer straalt zo de prestigieuze leeftijd van een club uit.
De erelijst van een club hangt eveneens samen met het stamnummer. Enkel de club die een bepaald stamnummer draagt kan aanspraak maken op de erelijst. Bij het schrappen van een club en z'n stamnummer, wordt dus ook het palmares van de club voorgoed afgesloten en blijft deze onveranderd. In 1909 werd bijvoorbeeld K. Lyra opgericht (aanvankelijk als TSV Lyra). Deze club kreeg later stamnummer 52. In 1972 fusioneerde de club met Lierse SK, de nieuwe club ging voor met het stamnummer van Lierse, stamnummer 52 van Lyra werd definitief geschrapt. Enkele maanden later werd echter de club heropgericht; administratief was dit echter een nieuwe club met stamnummer 7776 die van start ging in Vierde Provinciale. Deze club kon administratief zo geen aanspraak maken op het palmares dat Lyra met stamnummer 52 had bijeengevoetbald, er blijft enkel een niet-officiële geestelijke erfenis van de oude club.
Ook bij fusies van clubs verdwijnen stamnummers. Het palmares van de club waarvan men het stamnummer behoudt voor de fusieclub, blijft behouden. Op het palmares van de club waarvan het stamnummer geschrapt wordt kan met officieel echter geen aanspraak meer maken, dit kan enkel nog in geeste van het publiek. Bijvoorbeeld Germinal Beerschot Antwerpen wordt door veel fans beschouwd als "de Beerschot", de ploeg die als Beerschot VAC een rijk palmares had verzameld. Germinal Beerschot is echter ontstaan uit de fusie van Beerschot met Germinal Ekeren, waarbij men het stamnummer 3530 van Ekeren heeft behouden. Op papier is de fusieclub dus een voortzetting van Germinal Ekeren, met het palmares en de geschiedenis van die club, hoewel de vroegere Beerschotfans deze club als dezelfde van het oude Beerschot zien. Een ander voorbeeld is KRC Genk, dat gezien wordt als een nieuwe club die gecreëerd is uit de fusie van de club Thor Waterschei en Winterslag. Door sommigen wordt KRC Genk als de start van een nieuwe club gezien, of als een gelijkwaardige fusie van beide clubs; op papier is Genk echter de voortzetting van het oude Winterslag, met stamnummer 322.