Sneeuwbal (geslacht)
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
|||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Viburnum L. (1753) |
Sneeuwbal (Viburnum) is een geslacht van planten, voornamelijk struiken, in de muskuskruidfamilie (Adoxaceae). Sommige soorten hebben de afmeting van kleine bomen. Het natuurlijke verspreidingsgebied van dit geslacht beslaat de gematigde en subtropische gebieden op het noordelijk halfrond.
Veel soorten zijn populair als tuin- of plantsoenstruiken vanwege hun fraaie schermvormig geplaatste bloemen en bessen. Zo heeft de hybride Viburnum ×bodnantense (Viburnum farreri × Viburnum grandiflorum) sterk geurende roze bloemen midden in de winter.
De bessen worden door vogels en andere wilde dieren gegeten. Sommige soorten zijn ook eetbaar voor mensen, andere zijn licht giftig.
Het geslacht kent zowel groenblijvende als bladverliezende soorten. De bloemen zijn in schermen of schermranden geplaatst, waarbij de randbloemen steriel zijn. Deze hebben alleen als taak insecten te lokken. De tegenoverstaande bladeren kleuren voor een aantal soorten in de herfst prachtig rood tot paars-rood.
In de prehistorie, werden de lange rechte takken van Viburnum vaak gebruikt als pijlschacht.
- Soorten
In Nederland en België zijn twee soorten inheems:
- Gelderse roos (Viburnum opulus - struik tot 3 meter hoog)
- Wollige sneeuwbal (Viburnum lantana)
Enkele andere bekende vertegenwoordigers:
- Viburnum buddleifolium heeft dofgroene bladeren en wordt tot 3 meter hoog.
- Viburnum davidii is uit West-China afkomstig en wordt slechts 0,5 meter hoog.
- Viburnum rhytidophyllum een groenblijvende soort, met 4 meter een van de hogere in dit geslacht.
- Viburnum tinus treft men veel aan in tuinen, er zijn een aantal gekweekte varieteiten.