Sleutelbloem
Sleutelbloem | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||
|
||||||||||
Geslacht | ||||||||||
Primula |
De sleutelbloem (Primula) is een geslacht met meer dan 500 soorten laaggroeiende planten in de Sleutelbloemfamilie. Sommige soorten worden gekweekt vanwege hun decoratieve bloemen.
Overblijvende soorten bloeien in het voorjaar, de kleur varieert van paars, geel, rood en roze tot wit. Ze geven meestal de voorkeur aan gefilterd of gedempt zonlicht. 20oC vinden ze een aangename temperatuur.
De Latijnse naam primula is afgeleid van het woord primus = eerste, en geeft aan dat het als een van de eerste bloeiers in het voorjaar werd gezien.
Inhoud |
[bewerk] Verspreiding
Wilde Primulas zijn over het noordelijk halfrond wijd verbreid. Vooral in gebergten komen veel soorten voor. Van de pm 15 in Europa voorkomende soorten komt dan ook de helft in de Alpen voor.
[bewerk] Ecologie
Opvallend is hierbij de aanpassing aan de omgeving. Sleutelbloemen in de laagvlakten hebben doorgaans gele bloemen. Sleutelbloemen in de gebergten zijn vaak wit, roze, violet of blauw. Het verschil wordt veroorzaakt doordat in het laagland de bestuiving door bijen gebeurt, terwijl in de bergen vlinders deze taak overnemen.
Sleutelbloemen dienen als voedselplant voor de larven van een aantal soorten Lepidoptera en voor mineervliegen.
[bewerk] Taxonomie
In België en Nederland komen drie soorten voor, nl:
- Gulden (of Echte) Sleutelbloem (Primula veris)
- Slanke sleutelbloem (Primula elatior)
- Stengelloze sleutelbloem (Primula vulgaris)
Buiten de Benelux komen ook voor:
- Primula auricula (aurikel)
- Primula beesiana
- Primula bulleyana
- Primula clusiana
- Primula denticulata
- Primula farinosa
- Primula florindae
- Primula glutinosa
- Primula hirsuta
- Primula japonica
- Primula minima
- Primula nutans
- Primula rosea
- Primula scotica
- Primula scandinavica
- Primula sieboldii
- Primula stricta
Vanwege het hoge aantal van 500 soorten heeft men geprobeerd hier wat lijn in te brengen. W.W. Smith en H.R. Fletcher hebben een onderverdeling van 19 secties gemaakt, die zowel op regio als op overeenkomst is gebaseerd. Enkele secties zijn:
- sectie Auriculae. Li-Bing Zhang, Hans Peter Comes en Joachim W. Kadereit onderzochten deze sectie en vonden aanwijzingen dat de sectie in Azië tijdens het Tertiair ontstaan is, en tijdens de overgang van Pliosteen naar Pleistoceen gesplitst is in een oostelijke en een westelijke tak.
- sectie Candelabra
- sectie Denticulatae
- sectie Farinosae
- sectie Floribundae
- sectie Muscarioides
- sectie Sikkimensis
- sectie Vernales
Primula's bevatten primine. Vooral de blaartrekkende primula (Primula obconica) produceert in de harige bladeren zoveel primine, dat zelfs mensen die de plant niet aanraken maar in dezelfde ruimte aanwezig zijn, al irritatieverschijnselen kunnen vertonen.
[bewerk] Gebruik
De gewone sleutelbloem (Primula veris), de stengelloze sleutelbloem (Primula vulgaris) en de slanke sleutelbloem (Primula vulgaris) kunnen gebruikt worden in slaatjes, in pannenkoeken- en cakebeslag en in jam. Hiervoor zijn alle bovengrondse delen van de plant geschikt. De bloempjes hebben een anijsachtige smaak. Vroeger werd dit veel op de Veluwe gedaan en in Vlaanderen, vandaar de oude Vlaamse namen koekenbloem, pannenkoekenbloem en bakbloem voor deze plant.