Schubdierachtigen
| Schubdierachtigen | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
|||||||
| Taxonomische indeling | |||||||
|
|||||||
| Orde | |||||||
| Pholidota Weber, 1904 |
Schubdierachtigen (Pholidota) zijn een orde van zoogdieren die voorkomt in Azië en Afrika. Aan de bovenzijde zijn ze bedekt met hoornachtige schubben die dakpansgewijs geschikt zijn. Net als egels rollen ze zich op bij gevaar. Ze hebben geen oorschelpen en tanden een spitse kop en een lange kleeftong, waarmee ze voedsel (insecten) oplikken, en een grote graafklauw aan de middelste teen van de voorpoot.
[bewerk] Geschiedenis
De oudste schubdieren zijn gevonden in het laat-Paleoceen van Noord-Amerika. Deze behoorden tot de families Epoicotheriidae en Metacheiromyidae. De eerste fossielen van de hedendaagse schubdierenfamilie (Manidae) dateren van het midden-Eoceen van Duitsland en zijn van het geslacht Eomanis. De geslachten Necromanis en Patriomanis zijn gevonden in het laat-Eoceen van respectievelijk Frankrijk en Noord-Amerika.
[bewerk] Zie ook
| {{{afb_links}}} | Orden van zoogdieren | {{{afb_rechts}}} |  |
|---|---|---|---|
|
Cloacadieren - Opossums - Opossummuizen - Microbiotheria - Roofbuideldieren - Buideldassen - Buidelmollen - Klimbuideldieren - Tenreks en goudmollen - Springspitsmuizen - Buistandigen - Klipdasachtigen - Slurfdieren - Zeekoeien - Luiaarden en miereneters - Gordeldierachtigen - Egels - Mollen en spitsmuizen - Vleermuizen - Schubdierachtigen - Roofdieren - Onevenhoevigen - Evenhoevigen - Walvissen - Knaagdieren - Haasachtigen - Huidvliegers - Toepaja's - Primaten |
