Savanneolifant
Savanneolifant IUCN-status: Kwetsbaar |
|||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
|
|||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Loxodonta africana Blumenbach, 1797 |
De savanneolifant (Loxodonta africana) is de grootste en bekendste van de twee Afrikaanse olifanten (Loxodonta). Voorheen werd de verwante bosolifant (Loxodonta cyclotis) beschouwd als een ondersoort van de savanneolifant, maar tegenwoordig worden de twee dieren beschouwd als aparte soorten.
Inhoud |
[bewerk] Beschrijving
De savanneolifant is het grootste landdier. Een bul weegt tussen de 4000 en 6300 kilogram, een vrouwtje 2200 tot 3500 kilogram. Ze worden 240 tot 340 centimeter hoog en 600 tot 730 centimeter lang. De staart is één tot anderhalve meter lang.
Zijn dikke huid is lichtgrijs tot zwartgrijs of bruin van kleur. Soms heeft de soort een roze huid, vaak in vlekken, soms over de gehele huid. De grote oren zijn rijk doorbloed, waardoor ze het lichaam kunnen afkoelen. Veel warmte kan via de oren ontsnappen als de olifant met deze wappert. De grote, naar voren gebogen slagtanden verschillen per individu van vorm en grootte. Ze groeien hun hele leven door, maar niet bij ieder individu in dezelfde mate. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben slagtanden. De poten zijn hoog en zuilvormig en rusten op kussentjes. Deze kussentjes zijn zeer zacht, waardoor het dier nauwelijks geluid maakt bij het voortbewegen. De pootafdrukken zijn per individu verschillend.
De slurf van de savanneolifant is lang en flexibel, en kan gebruikt worden als vijfde ledemaat. De top van de slurf is zeer gevoelig. De savanneolifant heeft een slecht zichtvermogen, maar een zeer goed ontwikkeld reukvermogen en gehoor.
[bewerk] Verspreiding en leefgebied
Hij kwam vroeger in bijna geheel Afrika voor, met uitzondering van de droogste plekken van de Sahara en in de regenwoudgordel van West- en Centraal-Afrika. Hier wordt hij vervangen door de verwante bosolifant. De leefgebieden van beide soorten overlappen, en ze leven soms naast elkaar. Tegenwoordig is hij uitgestorven in Noord-Afrika en leeft hij op slechts een handvol plaatsen in Zuid- en West-Afrika.
Hij kan overleven in alle landschappen, van woestijnen tot regenwouden, van kusten tot gebergten, maar hij is vooral algemeen op savanne en grasland. De savanneolifant kan nog aangetroffen worden zo'n 80 kilometer van de dichtstbijzijnde waterbron, waardoor hij ook in woestijnen kan worden aangetroffen. De soort is echter wel afhankelijk van water en schaduw, en in het droge seizoen op de savanne trekt hij weg van de savannes naar nabijgelegen bossen en moerassen.
Savanneolifanten kunnen het landschap drastisch veranderen en afwisselender maken. Ze ontwortelen bomen, graven waterputten en trappen de begroeiing plat, waardoor heel nieuwe leefgebieden ontstaan en bos verandert in savanne.
[bewerk] Leefwijze
Olifanten zijn niet kieskeurig en eten zowat alles wat plantaardig is. Ze eten ook veel, zo'n vijf procent van hun lichaamsgewicht, 100 tot 300 kilogram per dag. Hij heeft een voorkeur voor grassen en kruiden in het natte seizoen en struiken en jonge bomen in het droge seizoen. Ook vruchten, twijgen, bast en bladeren worden gegeten. Savanneolifanten vellen soms bomen om bij plantaardig materiaal te komen die ze niet met hun slurf kunnen bereiken. De slurf zelf is een handig instrument om materialen op te pakken waar hij normaal niet bij kan. Ook drinkt hij met zijn slurf, door grote hoeveelheden water op te zuigen en het in zijn mond te spuiten.
De savanneolifant is de gehele dag door actief. Op het heetst van de dag schuilt de olifant in de schaduw.
Olifantenkoeien leven in groepen, onder leiding van een matriarch, de oudste en grootste koe. De overige leden bestaan uit haar volwassen dochters en zussen en hun onvolwassen kinderen en kleinkinderen. Meestal splitsen groepen zich als ze te groot worden; groepen bestaan zelden uit meer dan twintig dieren, en veel groepen splitsen al als ze uit meer dan tien dieren bestaan. Verwante groepen houden echter nog jaren contact met elkaar.
Als de mannetjes tussen de tien en veertien jaar oud zijn, worden ze verdreven uit de kudde. Dan sluiten ze zich aan bij mannengroepjes of leven ze solitair. Oudere mannetjes leven over het algemeen alleen.
De savanneolifant kent een hele reeks aan complexe geluiden, waaronder grommen, trompetteren en brullen, die verscheidene emoties en signalen uitdrukken. Ook maken ze gebruik van infrageluid. Ze kunnen communiceren door met stampen seismische trillingen te veroorzaken, die minstens vier kilometer verderop nog door andere olifanten te horen zijn. Zo houden verscheidene kuddes contact met elkaar door infrageluid.
Savanneolifanten worden zeker 65 jaar oud.
[bewerk] Voortplanting
Met infrageluid laat een koe horen dat ze bronstig is. Olifantenkoeien zijn slechts één keer in de drie tot negen jaar bronstig, en dan voor een periode van slechts twee tot zes dagen. Zodra een bul het infrageluid opvangt, rent hij naar het vrouwtje toe. Bulletjes in musth zijn er altijd het snelst bij.
De musth is de periode waarin de bul bronstig is, en kan 1 tot 103 dagen duren. Een gezwollen klier op de slaap scheidt continue een vloeibare stof af, en uit de bijna stijve penis druppelt urine en en een groenige vloeistof. In deze periode zijn de dieren ook veel agressiever, door het hoge testosterongehalte.
Na een draagtijd van 650 tot 660 dagen wordt één kalf geboren. Tweelingen zijn bijzonder zeldzaam, maar komen voor. De jonge dieren kunnen al vrij snel op de poten staan, maar hun zicht is in de eerste weken bijzonder slecht. De koe ondersteunt het kalf met haar slurf en poten. Ze laten zelfs water uit hun maag terugstromen als het jong erg dorstig is en er geen andere waterbron voor handen is.
Het jong wordt zeker vier jaar gezoogd, alhoewel het jong binnen twee jaar al op vast voedsel kan leven. Vrouwelijke kalfjes kunnen zeker tien jaar bij hun moeder blijven. Op die leeftijd kunnen ze al hun eigen kalveren hebben.
[bewerk] Bedreiging
In de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw waren er vijf tot tien miljoen olifanten in Afrika. Tegenwoordig zijn het er waarschijnlijk 500.000 tot 750.000. Er wordt nog altijd op gejaagd voor het ivoor en andere jachttrofeeën, maar ook worden ze gedood omdat ze landbouwgebieden verwoesten, en omdat ze in sommige nationale parken zo talrijk zijn geworden, dat andere diersoorten moeite hebben met overleven. Ook wordt veel van hun oorspronkelijke habitat vernietigd om plaats te maken voor landbouwgebieden en nederzettingen. Daarentegen zijn er voor weinig diersoorten zoveel beschermingsmaatregelen genomen als voor de savanneolifant, en op veel plekken is hun aantal stabiel of zelfs stijgende.