Penalty (ijshockey)
Een penalty is een straf in het ijshockey. Hoewel ijshockey een sterk lichamelijke sport is, is niet alles toegelaten. Als een speler over de schreef gaat en de regels overtreedt, krijgt hij een penalty van de scheidsrechter. De statistiek met betrekking tot een penalty, is de PIM, de penalty in minutes.
Een speler kan een minor, een double-minor of een major penalty krijgen. Bij een minor moet hij twee minuten naar de strafbank, bij een double minor vier minuten en bij een major vijf minuten. De tegenstander heeft dan een powerplay. Deze powerplay komt tot een einde, wanneer de straftijd erop zit, of als er gescoord wordt (bij een double-minor twee keer). Een major penalty kan alleen eindigen, als de tijd er op zit. Ook kan een speler een game misconduct krijgen, deze speler wordt dan verwijderd uit de wedstrijd en mag niet meer terugkomen. Als een doelverdediger een minor fout maakt, moet een medespeler naar de strafbank, in plaats van de goalie.
Een minor penalty wordt veruit het meest gegeven. Een speler krijgt dit, als hij een lichte overtreding maakt, zonder intentie tot een blessure. Een double minor wordt gegeven als een overtreding bloed veroorzaakt, maar de overtreding niet bedoeld was om de tegenstander te blesseren. Want dan wordt de major penalty gebruikt, bijvoorbeeld voor vechten. Een coach kan ook een minor penalty krijgen, als hij bijvoorbeeld te veel spelers op het ijs heeft.
[bewerk] Alfabetische lijst van penalties
Nu volgt op alfabetische volgorde straffen die voorkomen in een ijshockeywedstrijd. Alleen als de overtreding was bedoeld om de tegenstander met opzet te verwonden, wordt een major penalty uitgeroepen over de speler.
- Boarding
- Het duwen van de tegenstander tegen de boarding. Meestal komt er alleen een penalty als de tegenstander met zijn hoofd tegen de boarding komt
- Charging
- Het nemen van drie of meer stappen, of een sprong, voordat de tegenstander gecheckt wordt
- Checking form behind
- Het duwen van een tegenstander in zijn rug, zodat hij de duw niet aan kon zien komen
- Clipping
- Het checken van een tegenstander onder zijn knieën. Eén van de grofste overtredingen in het spel, aangezien het slachtoffer meestal geblesseerd zal raken
- Cross-checking
- Het duwen van de tegenstander met de stick in beide handen
- Delaying the game
- Spelbederf, bijvoorbeeld het met opzet wegduwen van het doel of de puck met opzet over de boarding schieten
- Elbowing
- Het geven van een elleboogstoot
- Fighting
- Het geven van meerdere slagen aan de tegenstander als de handschoenen zijn uitgetrokken
- High sticking
- Het houden van de stick boven de schouders in een mogelijk gevaarlijk situatie
- Holding
- Het vasthouden van een tegenstander
- Instigating
- Het uitlokken van een gevecht
- Interference
- Het tegenhouden van een tegenstander als hij de puck niet heeft, obstructie.
- Roughing
- Te ruig lichamelijk contact aangaan
- Slashing
- Het slaan van een tegenstander met de stick
- Spearing
- Het spiezen van een speler met de stick
- Too many men on the ice
- Te veel man op het ijs van een team
- Tripping
- Het laten struikelen van een tegenstander
- Unsportsmanlike conduct
- Onsportief gedrag vertonen als een schwalbe of een te felle discussie voeren met de scheidsrechter, als je geen aanvoerder of alternate bent.