Passiflora subpeltata
Passiflora subpeltata | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Passiflora subpeltata Ortega (1798) |
Passiflora subpeltata is een passiebloem met spierwitte bloemen. Hij wordt vaak verward met P. eichleriana die echter grotere witte bloemen heeft en in het zuidoosten van Brazilië en Paraguay voorkomt. Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van P. subpeltata ligt van Centraal-Mexico tot Guatemala op hoogtes van 1100-3100 m. Tevens komt hij verwilderd voor in Brits Indië, Hawaï, Maleisië en Australië.
De plant heeft onbehaarde, dunne, buisvormige stengels, die tot 3 m lang kunnen worden. Het zachte blad is afgerond drielobbig en 4–9 cm lang en 5–12 cm breed. De bloemsteel is 4-6 cm lang en staat meestal solitair in de bladoksels, maar soms in paren. De 4–5,5 cm brede bloemen zijn puurwit en blijven vaak twee dagen open. De kelkbladeren zijn wit aan de binnenzijde, groen aan de buitenzijde, langwerpig, 2-3 x 0,5-1 cm groot en hebben een kiel die eindigd in een 0,6-1,3 cm grote kafnaald. De kroonbladeren zijn wit, langwerpig en 2-3 x 0,4-0,7 cm groot. De corona bestaat uit vijf rijen. De buitenste twee rijen zijn wit en 1,5-2cm lang, waarbij de buitenste rij altijd de langste is. De binnenste rijen zijn 2-4 mm lang. De plant is zelfbestuivend en kan dus vruchten zetten met zijn eigen stuifmeel. De vruchten zijn bolvormig tot ellipsoïd, 4-6 x 2,5-4 cm groot en rijpen van groen naar groenachtig geel
P. subpeltata kan in België en Nederland in de zomer buiten worden gehouden en in de rest van het jaar kan hij in de vensterbank worden gehouden. Hij kan vermeerderd worden door zaaien of stekken.