Miro (boom)
Miro IUCN-status: Veilig |
|||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
soort | |||||||||||||||
Prumnopitys ferruginea |
De Miro (Prumnopitys ferruginea) is een wintergroene conifeer, die voorkomt in Nieuw-Zeeland. Voordat het aparte geslacht Prumnopitys werd onderscheiden, werd de plant ingedeeld in Podocarpus (als Podocarpus ferrugineus). De naam Miro komt uit het Maori.
Inhoud |
[bewerk] Groeiwijze
De boom kan tot 25 meter hoog worden met een stamdiameter van tot 1,3 meter en heeft een ronde kroon. De bladeren zijn lijnvormig, recht tot gekromd, worden 15 tot 25 centimeter lang en 2 tot 3 millimeter breed met naar beneden gebogen randen. De zaadkegels zijn sterk aangepast met een centrale as van 2 tot 3 cm lang met 1 tot 3 schubben. Elke schub rijpt als een ovale, ongeveer 20 mm lange en 10 tot 15 mm brede, rode tot donkerrode, zachte, eetbare vruchtvleeslaag, waarbinnen de zaad zich bevindt. De 'bessen' (het zijn geen echte vruchten) worden rijp in oktober-november.
De zaden worden verspreid door de Kereruvogel. Deze vogels eten de 'bessen' en verspreiden de zaden met hun uitwerpselen.
De plant is tweehuizig, met aparte 'vrouwelijke' en 'mannelijke' bomen: de bloemen hiervan zijn verschillend. Beiden zijn nodig voor vermeerdering van de plant. Het zaad van de plant doet er zeer lang over om te ontkiemen. Soms duurt het 18 maanden voor de plant ontkiemt, maar het is ook mogelijk dat het 2 tot 3 jaar duurt.
[bewerk] Verspreiding
De plant groeit het best in vochtige gronden in half-schaduw en komt vooral voor in laaglandbossen tot 1000 meter hoog. De plant groeit van nature alleen in Nieuw-Zeeland op het Noordereiland, Zuidereiland en Stewarteiland. Vanuit Nieuw-Zeeland wordt de plant geƫxporteerd over de hele wereld.
[bewerk] Verwanten
De Matai (Prumnopitys taxifolia) is sterk gerelateerd aan de Miro, maar heeft langere bredere bladeren en langere ovale rode kegels.
[bewerk] Naamgeving
De wetenschappelijke soortaanduiding ferruginea betekent "roestkleurig" en is afgeleid van de roestige kleur die de gedroogde stukjes blad krijgen in een herbarium.
[bewerk] Gebruik
Het hout van de Miro wordt steeds vaker gebruikt als een vervanger voor hout van de Matai en wordt vooral gebruikt voor waterdorpels en vloeren.
[bewerk] Trivia
Op de Pitcairneilanden wordt de Thespesia populnea ook wel aangeduid als "miro" (onderdeel van de Kaasjeskruidfamilie). Door de eilandbevolking wordt het hout van deze plant gebruikt voor het maken van keramieken souvenirs voor toeristen.
[bewerk] Externe links
- Foto's en kenmerken (Engels)