Malacologie
Malacologie of weekdierkunde is een tak van de zoölogie die de stam der Mollusca (weekdieren) bestudeert.
Weekdieren hebben als nadeel dat ze een zeer week en rottingsgevoelig lichamen hebben waardoor er vrijwel geen fossielen bestaan. Een grote uitzondering vormen de schelpdragende weekdieren, zoals de tweekleppigen en de huisjesslakken. Deze vormen juist een moeilijk vergaanbare, kalkhoudende schelp die veel makkelijker fossiliseert. Deze tak van wetenschap wordt conchologie genoemd en speelt een grote rol binnen de geologie. Aan de hand van aangetroffen schelpdieren kunnen uitspraken worden gedaan over de leeftijd van een aardlaag of zelfs veranderingen in het klimaat. Bovendien is de studie van hun schelpen de enige manier om iets te weten te komen over de taxonomie van de weekdieren.
De malacologie houdt zich bezig met de huidige weekdieren, hun anatomie, levenswijze, gedrag en verspreiding. Een voorbeeld is het onderzoek naar geslachtsafwijkingen van de purperslak en de wulk, die steeds vaker imposex vertoonden; vrouwtjes met een mannelijk geslachtsorgaan. De stof TBT of tributyltin bleek de boosdoener, dit gif werd verwerkt in tin-houdende verven waarmee het onderwater gelegen deel van een schip werd ingesmeerd om aangroei te voorkomen. Algen, zeepokken en andere begroeiing zorgen voor een grotere weerstand, wat brandstof kost. In Nederland is de stof inmiddels verboden.