Lichamelijke opvoeding
Lichamelijke opvoeding is de naam voor bewegingsonderwijs op het Voortgezet onderwijs (Nl) of secundair onderwijs (Vl). In de volksmond kent men dit vak als turnen, gymnastiek of gewoon gym. Ook in het basisonderwijs staat het standaard op het programma.
Op de meeste scholen wordt het vak Lichamelijke opvoeding gebruikt om fysieke inspanning aan te moedigen door middel van het uitoefenen van verschillende sporten. Het vergroot de conditie en gezondheid van de leerling en het verbetert team-opbouw, samenwerking, sportiviteit en eerlijk spel. Sporten die worden beoefend zijn o.a.: gymnastiek, voetbal, trefbal, softbal, basketbal, volleybal, atletiek, hockey en turnen. Er wordt meestal op gymschoenen gegymd, maar er zijn ook steeds meer scholieren die op blote voeten gymmen. Ook gymmen sommigen (wel eens) op sokken, maar door gladheid is dit vrij gevaarlijk.
[bewerk] Nederland
Het vak lichamelijke opvoeding is bij het havo en het vwo ingedeeld in verschillende domeinen:
- Algemene vaardigheden, zoals goed in een groep kunnen sporten.
- Bewegen, een leerling moet kunnen meedoen aan verschillende soorten sporten, zoals balsporten, turnen, atletiek en 'bewegen op muziek'.
- Bewegen en regelen, een leerling kan bijvoorbeeld toernooien organiseren.
- Bewegen en gezondheid, een leerling kent het belang van bewegen voor de gezondheid.
- Bewegen en samenleving, een leerling moet een mening kunnen geven over maatschappelijke effecten van sport en bewegen.
[bewerk] Vlaanderen
In het hele secundair onderwijs in Vlaanderen staat Lichamelijke Opvoeding voor twee lestijden per week geprogrammeerd. Enkele scholen richten meer lesuren sport/lichamelijke opvoeding in; met name in de studierichtingen wetenschappen-sport (ASO), lichamelijke opvoeding en sport (TSO) en de topsportscholen.
Alleen met een medisch attest kunnen leerlingen vrijgesteld worden van het vak. In dat geval moeten ze toch aanwezig zijn in de les en een vervangende pedagogische taak verrichten.
[bewerk] Examen
In Nederland moet het onderdeel lichamelijke opvoeding met een voldoende of een goed worden afgesloten om deel te kunnen nemen aan het centraal eindexamen. Dit cijfer wordt bepaald door de school zelf.