Kreek
Een kreek ontstaat als gevolg van een dijkdoorbraak of is een restant van een ingedijkte vroegere getijdegeul.
[bewerk] Ontstaan
Na een dijkdoorbraak zorgt het in en uit stromende water (onder invloed van eb en vloed) er vaak voor dat de geul een behoorlijke diepte bereikt. Na dichting van het gat in de dijk blijft de kreek over. Een voorbeeld van doorbraakgeul is die bij Westkapelle (waar de dijk in 1944 gebombardeerd werd ter bevrijding van Walcheren). Indien de waterloop het restant is van vroegere getijdegeulen door het zeekleilandschap is de kreek tot stand gekomen bij inpoldering van de kwelder en als de kwelder ingepolderd is blijft de verzande kwelderkreek als een bult in het landschap liggen omdat het land erom heen inklinkt. Als er eerst veen gelegen heeft op de plek van de kreek, ontstaan door de druk van de klei en het zand kreekruggen. Doorbraakkreken zijn te herkennen aan steile oevers met veelal een rietkraag. Verlande getijgeulen daarentegen hebben vaak lage drassige oevers.