Koning (schaken)
De koningsvelden
|
||||||||
8 | ||||||||
7 | ||||||||
6 | ||||||||
5 | ||||||||
4 | ||||||||
3 | ||||||||
2 | ||||||||
1 | ||||||||
a | b | c | d | e | f | g | h |
De koning is één van de zes verschillende schaakstukken.
Inhoud |
[bewerk] Beginpositie
De witte koning staat in de beginpositie op e1, naast de dame. De zwarte koning staat tegenover de witte koning op het veld e8.
[bewerk] Velden
Koningsvelden zijn die velden die door de koning bestreken worden. De koning kan zich slechts één veld bewegen, maar wel in elke richting. Hij mag echter nooit een veld betreden dat door de andere partij bestreken wordt.
- Staat de koning op veld a8 dan bestrijkt hij drie velden: a7, b7 en b8.
- Staat de koning op veld e1 dan bestrijkt hij vijf velden: d1, d2, e2, f1 en f2.
- Staat de koning op één van de centrumvelden dan heeft hij met acht velden zijn grootste bereik: d4, d5, d6, e4, e6, f4, f5 en f6. Dat is dus maximaal ca 14% van het schaakbord.
De koning wordt in het begin van de partij meestal in veiligheid gebracht door de rokade.
[bewerk] Sterktes
De koning bestrijkt ten opzichte van de meeste schaakstukken weinig velden. Gecombineerd met de kwetsbaarheid van de koning (het doel van het spel is dit stuk mat te zetten) is het daardoor feitelijk het zwakste stuk. Het sterkste stuk is zonder twijfel de koningin, maar de koning is wel het meest waardevolle stuk: de speler die zijn koning niet langer kan verdedigen verliest het spel. Het schaakspel draait dan ook om de verdediging van de eigen koning en het matzetten van die van de tegenstander.
Aan de koning wordt daarom traditioneel een oneindige waarde toegekend want 'verlies' van de koning betekent verlies van de partij.
In de opening en in het middenspel staat de koning het veiligst aan de rand van het bord en wordt hij beschermd door de eigen pionnen; bijvoorbeeld door middel van de rokade. Pas in het eindspel, wanneer er minder stukken op het bord staan, speelt de koning actief mee; vooral vanuit het centrum en voor hulp bij het matzetten van een KA (koning-alleen) is hij dan een sterk stuk.
De koning kan zich even vlug in diagonale als in verticale richting naar een bepaalde rij begeven, de afgelegde weg langs de diagonaal lijkt het grootst maar is het niet.
[bewerk] Spelregels die de koning beschermen
Beginnende spelers leren vaak: als de koning geslagen wordt, heb je verloren. Dit is niet helemaal juist, want de koning kan niet geslagen worden. Het is zelfs verboden dat een speler aan zet is en in staat is de vijandelijke koning te slaan.
Doet uw tegenstander een zet waarmee hij de eigen koning schaak zet (of, wat op hetzelfde neerkomt, verzuimt hij schaak te pareren), dan is dat geen slechte zet maar een onreglementaire zet. U mag de koning niet slaan en de winst opeisen. U moet uw tegenstander erop wijzen dat hij een fout heeft gemaakt en dat hij een andere zet moet doen. Voor de strategie van het schaakspel maakt dit geen verschil.
Als een speler niet schaak staat en geen enkele reglementaire zet kan doen (en het schaakzetten van de eigen koning is onreglementair), dan staat hij pat. Het spel is remise. Dit kan voor de strategie van het spel een groot verschil maken.
[bewerk] KA (koning-alleen)
De koning is een KA als er geen andere stukken van dezelfde kleur zijn. Om de KA mat te zetten is de eigen koning plus één zwaar stuk (dame of toren) nodig. Met een enkel licht stuk kan het mat niet geforceerd worden. Het kan wel met twee lopers of een loper en een paard. Zie matvoering.