Kastanje
Kastanje | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||
|
||||||||||
Geslacht | ||||||||||
Castanea | ||||||||||
Op voorgrond en achtergrond mannelijke bloeiwijze en in het midden de stekelige vrouwelijke bloeiwijzen |
Kastanje (Castanea) is een geslacht van loofbomen dat in Nederland niet autochtoon is.
Het geslacht kastanje omvat negen soorten kastanjebomen, waarvan de meeste zo'n 30 tot 40 meter groot worden:
- Soort: Castanea alnifolia
- Soort: Castanea crenata
- Soort: Castanea dentata
- Soort: Castanea henryi
- Soort: Castanea mollissima
- Soort: Castanea ozarkensis
- Soort: Castanea pumila
- Soort: Castanea sativa - Tamme kastanje
- Soort: Castanea seguinii
De vrucht kan, nadat de stekelige huid (bolster) is verwijderd, worden geroosterd en gegeten, in tegenstelling tot de vruchten van de giftige paardenkastanje, Aesculus hippocastanum, die overigens bij een geheel andere plantenfamilie behoort en dus niet tot dit geslacht.
Makkelijker dan roosteren is het om de kastanjes te koken. Het is wel lastig de hete gekookte kastanjes te pellen. In Frankrijk wordt graag kastanjepuree (crème de marron) gegeten, en is daar in blikken te koop.