Japanse duizendknoop
Japanse duizendknoop | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Fallopia japonica | ||||||||||||
De Japanse duizendknoop (Fallopia japonica syn. Polygonum cuspidatum) komt oorspronkelijk uit Japan, maar deze plant doet het in bijvoorbeeld Nederland lokaal ook erg goed. Meestal is in een lokaal gebied een grote hoeveelheid van deze soort te vinden, en in de verdere regio niet.
Inhoud |
[bewerk] Beschrijving
De Japanse duizendknoop is een diepwortelende vaste plant uit het geslacht kielduizendknoop die bestaat uit een lange holle stengel van een halve tot drie meter lang, met zijtakken en 5 tot 12 cm grote bladeren eraan. De plant vormt stevige wortelstokken. In de winter sterft de plant bovengronds af. De stengel is opgebouwd uit holle compartimenten, zoals bij bamboe. Op de grens tussen twee hiervan bevindt zich een knoop waaraan zich een zijtak en een blad bevinden. Ook de zijtakken zijn op deze wijze verder onderverdeeld. De zijtakken verspringen telkens 180 graden. De wand van de stengel bestaat uit twee delen. Een dik deel dat groen is en voor de stevigheid zorgt, en een doorzichtig vlies met rode vlekjes. Gezamenlijk ziet de stengel er dan groen uit met rode vlekjes. De plant bloeit in augustus en september met crémewitte, soms witroze, bloempjes. De zaaddragers zijn roodachtig en hebben een vliezige zoom of vleugel om de vruchtjes.
De Japanse duizendknoop groeit in groepen op voedselrijke vochtige bodem (bijvoorbeeld langs beken en op rivieroevers) en staat het liefst in de volle zon (hoewel schaduw goed verdragen wordt). Zo is de plant in de Hoge Venen een woekerende invasieve soort.
In de tuin is hij makkelijk te stekken: knip een stuk stengel van 10 cm af en stop die voor 6,5 cm in de grond. Bij goede verzorging is de kans zeer groot dat dit zich tot een nieuwe plant ontwikkelt. De plant is wel sterk woekerend, en éénmaal hij gevestigd is, quasi onuitroeibaar.
In maart/april schieten de stengels relatief snel uit de grond, tussen de verdorde stengels van het jaar ervoor, en ontwikkelen zich bladeren, lichtgroen, op regelmatige hoogten op de stengel. De stengel is in het begin nog vrij flexibel, hoewel hij al snel dikker wordt, en wat rode spikkels krijgt. De planten groeien tot minimaal 1 meter hoog zonder ondersteuning van andere planten of hekken of iets dergelijks.
[bewerk] Bestrijding
De Japanse duizendknoop is op veel plaatsen ongewenst en bijna onuitroeibaar. Momenteel bestaat jammer genoeg geen wondermiddel. Bestrijding is gebaseerd op (een combinatie van) 3 taktieken en is een meerjarenplan (minimaal 3 jaar):
- maaien en afvoeren: best omstreeks bloeiperiode (augustus tot september) of meermaals per jaar. Opgepast: het maaisel mag niet vermengd worden met gewoon groenafval, daar elk stukje opnieuw kan uitlopen tot een nieuwe kolonie!
- bedekken: best in het begin van de winter door te bedekken met een flexibele, niet-lichtdoorlatende materie. Opgepast: de randen van de oude stengels zijn messcherp en prikken makkelijk doorheen de meeste materialen! Niet-flexibele materialen (bv. betonplaten) moeten absoluut glad zijn, want de minste spleet is genoeg om de plaat te doen barsten.
- chemisch: producten op basis van glyfosaat kunnen bijdragen aan de bestrijding. Deze producten veroorzaken enkel een verzwakking van de plant en doden deze niet. Toepassing gebeurt via verneveling, bestrijken van verse (!) snoeiwonden of injectie in pas afgesneden stengels.
Uitgraven is niet efficiënt en zeer arbeidsintensief.
[bewerk] Gebruik
De stengels worden gebruikt in de bloemsierkunst en de jonge scheuten kunnen gegeten worden (smaken zoals Rabarber, een familielid). De plant staat ook bekend als nectarplant.
[bewerk] Buitenlandse namen
- Duits: Japanischer Staudenknöterich
- Engels: Japanese Knotweed
- Frans: Renouée bambou
[bewerk] Externe link
- SoortenBank.nl beschrijving en afbeeldingen
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Fallopia japonica op Wikimedia Commons. |