Jan Pietersz. Coen
Dit artikel behandelt het boek van J. Slauerhoff. Zie voor de historische figuur die ten grondslag ligt aan deze tragedie het lemma Jan Pieterszoon Coen.
Jan Pietersz. Coen, drama in elf taferelen is een toneelstuk van J. Slauerhoff. Het werd uitgegeven in 1931 en tot op heden slechts viermaal herdrukt (de laatste keer in 1986).
[bewerk] Ontstaansgeschiedenis
In 1930 was Slauerhoff aan het werk aan een door uitgeverij Wereldbibliotheek gecommissioneerde vie romancée van gouverneur-generaal Coen. Deze biografie heeft hij nooit afgemaakt, maar hij ontleende er wel de basis voor zijn toneelstuk aan, dat hij in dezelfde tijd schreef.
Jan Pietersz. Coen was Slauerhoffs enige toneelstuk; waarom hij voor dit onderwerp deze vorm, waarvan hij zelf heeft gezegd dat dat hij hem niet van nature lag, heeft gekozen is onduidelijk.
[bewerk] Kritiek
Bij verschijning werd het stuk door de critici uitgebreid gekraakt. De tragische opbouw zou niet kloppen, historische gegevens zouden zijn verdraaid, verzonnen of juist weggelaten, en het stuk zou zich door het wat ouderwetse, formalistische taalgebruik niet lenen voor opvoering.
Daarnaast voelden velen van hen zich in hun nationale bewustzijn gekrenkt omdat Coen, die als een onzekere en onbuigzame huistiran wordt neergezet, juist een held zou zijn en dat het nu, middenin de crisistijd, niet opportuun zou zijn een symbool van nationale eigenwaarde omlaag te halen.
Jan Pietersz. Coen is tijdens Slauerhoffs leven nooit opgevoerd. In 1948 is een een opvoering in het kader van de Boekenweek door de toenmalige burgemeester van Amsterdam verboden vanwege de politieke gevoeligheid rondom de politionele acties in de kwestie-Indonesië.
[bewerk] Thematiek
De (sub)thematiek van losbreken uit de starre Hollandse maatschappij komt vaker voor bij Slauerhoff, is een van zijn hoofdthema's; het motief van de (mislukte) verbinding van Oost en West in een relatie zien we ook terug in Campos, de verbitterde gouverneur van Macao in Slauerhoffs roman Het verboden rijk.
De moeizame ouder-kindrelatie die de kern van het stuk vormt lijkt een autobiografische afspiegeling van Slauerhoffs eigen moeilijke relatie met zijn vader. Jan Pietersz. Coen moet dan ook niet, zoals de critici indertijd deden, als een historisch stuk worden gezien, maar meer als een klassieke tragedie, waar een bekend verhaal de basis vormt voor een psychologische ontwikkeling.