Jan
De voornaam Jan is een veel voorkomende mannelijke naam in Nederland en België. De naam komt van Johannes, een naam die in het Nieuwe Testament van de bijbel vaak voorkomt. Johannes de Doper wordt ook wel Jan de Doper genoemd. Johannes was een toenmalige vergrieksing van het Hebreeuwse Jochanan, wat betekent God is barmhartig.
De Franse variant van deze naam is Jean, de Engelse variant is John of Ian. Als een Jan kleiner is wordt er ook wel -tje achter zijn naam gezet.
Deze typische nederlandse voornaam is misschien ook de helft van de oorsprong van het Amerikaanse woord Yankee. Ooit was New York City een Nederlandse kolonie en na het ruilen van de stad met de Britten voor Suriname bleven er een heleboel Nederlanders achter. De voornamen Jan en Kees waren zo typisch dat de nieuwe eigenaars, de Britten, de oorspronkelijk bewoners "Jan-Kees" noemden. Na een eeuw of twee, is het Yankee geworden. Na de Amerikaanse Burgeroorlog kreeg de naam een bredere betekenis als een naam voor alle mensen die uit de noordelijke staten kwamen. Dankzij de Engelsen werd het tijdens en na de Tweede Wereldoorlog in het buitenland een naam voor alle Amerikanen.
[bewerk] Spreekwoordelijke Jannen
Jan wordt/werd door veel Nederlanders als de typische voornaam voor een Nederlandse man gezien. (In België denkt men daar anders over: daar heten Nederlandse mannen bij voorkeur Kees.) Er komen daarom diverse spreekwoordelijke Jannen in het Nederlands voor, elk met hun typerende achternaam:
- Jantje Beton - Een kind dat opgroeit in een drukke stad, zonder speelmogelijkheden.
- Jan Boezeroen - De werkman. Arbeiders waren toen de uitdrukking ontstond, herkenbaar aan hun boezeroen.
- Jan Contant - Iemand die altijd contant betaalt. Meestal gebruikt in de uitdrukking: Het is hier Jantje Contantje (hier moet je contant betalen.)
- Jan Doedel; Jan Joker; Jan Jurk; Jan Lul, Jan Gat, Jan Hen - Sukkel.
- Deze Jan wordt ook wel eufemistisch Jan met de korte achternaam genoemd.
- Jan Kordaat - Volgens E.J. Potgieter: een dappere kerel. De tegenpool van Jan Salie.
- Jan van Leiden - In de uitdrukking: zich er met een Jantje van Leiden van afmaken (er met de pet naar gooien c.q. smoesjes verkopen). Naar Jan Beukelszoon van Leiden (1509 - 1536), die als een bedrieger werd beschouwd.
- Jan-met-de-pet - De gewone man. In Engeland: The man in the street ("de man in de straat"); The man on the Clapham omnibus ("de man in de bus naar Clapham").
- Jan Modaal - Iemand met een gemiddeld inkomen. In Duitsland: Otto Normalverbraucher.
- Jan Rap en zijn maat - Achterbuurtvolk; aso's. Mogelijk afkomstig van rapaille. Bredero voerde al een Jan Rap op in Klucht van een huysman en een barbier. P.A. De Genestet gebruikte de term voor iemand die volgens hem al te snel/rap nieuwe wetenschappelijke inzichten omarmt ten koste van religieuze opvattingen. Yvonne Keuls hield de uitdrukking levend door de uitdrukking in 1977 als titel voor een boek te gebruiken. Met betrekking tot de omstreden Nederlandse politicus Hans Janmaat werd in de jaren 1980 ook wel de uitdrukking Janmaat en zijn rap gebruikt.
- Jan Salie - Lamlendig persoon. Van W.D. Hooft verscheen in 1622 De klucht van Jan Saly. E.J Potgieter maakte de uitdrukking in 1841 opnieuw populair door zijn boek Jan, Jannetje en hun jongste kind. De lamlendigheid van een volgende generatie wordt sindsdien vaak aangeduid als jansaliegeest; inmiddels zijn verwijten als patatgeneratie echter populairder. Mogelijke herkomst: saliemelk was melk waarin saliebladeren waren geweekt. Het werd gedronken door kinderen; "echte" mannen dronken bier.
- Jan Splinter - Iemand die tot de echte minima behoort. Vanaf 1561 komen er in Nederlandse geschriften al uiteenlopende Jan Splinters voor. De uitdrukking zo komt Jan Splinter door de winter betekende oorspronkelijk: zo los je een probleem op. In december 1982 gebruikte het Tweede Kamerlid Marcel van Dam de woorden in een kamerdebat met minister-president Ruud Lubbers. De cynische draai die Van Dam aan het spreekwoord gaf bleef hangen. De betekenis veranderde in: de laagstbetaalden trekken altijd aan het kortste eind.
- Jan Steen - Een huishouden van Jan Steen wil zeggen dat het een puinhoop is. De schilder Jan Steen stond namelijk bekend om zijn schilderijen van chaotische huishoudens.
- Hij is boven Jan - Hij heeft de problemen opgelost.
[bewerk] Bekende Jannen
- Jan Peter Balkenende
- Jan Blokker
- Jan Pieterszoon Coen
- Jan Amos Comenius
- Jan van Eyck
- Jan Fabre
- Jan van Goyen
- Jan de Hartog
- Jan Jansen
- Jan Janssen
- Jan Klaasen
- Jan Kromkamp
- Jan ter Laak
- Jan Lammers
- Jan Marijnissen
- Jan Mayen
- Jan Meerman
- Jan Palach
- Jan Pronk
- Jan de Quay
- Jan Raas
- Jan de Roos
- Jan van Ruusbroec
- Jan van Schaffelaar
- Jan van Speijk
- Jan Pieterszoon Sweelinck
- Jan Sloot
- Jan Smit
- Jan Steen
- Jan Terlouw
- Jan Tinbergen
- Jan Ullrich
- Jan Vennegoor of Hesselink
- Jan Weissenbruch
- Jan Wolkers
- Jan Wouters