Helvetische nappes
Geologie van de Alpen |
---|
Tektonische indeling |
Helvetische nappes |
Penninische nappes |
Austroalpiene nappes |
Zuidelijke Alpen |
Geologische structuren |
Aarmassief | Dent Blanche klippe | Engadin venster | Hohe Tauern-venster | Molassebekken | Periadriatische lijn | Ivrea zone | Lepontin dome | Rhône-Simplonlijn | Sesia eenheid |
Formaties en gesteenten |
Paleogeografische gebieden |
Briançonnais microcontinent |
Piemont-Liguria bekken |
Apulische of Adriatische plaat |
De Helvetische nappes of het Helveticum zijn één van de drie groepen nappes (nappe opeenvolgingen) in de Alpen. De Helvetische nappes dagzomen vooral in Zwitserland, dat door de Romeinen Helvetica werd genoemd. De gesteenten in deze nappes zijn afkomstig van de voormalige zuidrand van het Europese continent. De Helvetische nappes worden door Franse geologen wel Dauphinois nappes genoemd.
[bewerk] Voorkomen
In Zwitserland komen de Helvetische nappes voor in grote delen van de noordelijke Alpen. De Franse Alpen bestaan ook voor het grootste deel uit de Helvetische nappes. In de Oostenrijkse en Duitse Alpen komen de Helvetische nappes voor als een smalle band.
[bewerk] Indeling
Omdat ze afkomstig zijn van de Europese plaat, zijn de typen gesteenten equivalent met wat men elders in West-Europa vindt. Deze gesteentes zijn:
- Het Europese basement van Paleozoïsche metamorfe en stollingsgesteentes. Dit is hetzelfde basement dat in bijvoorbeeld de Vogezen, de Eifel en de Ardennen of het Franse Centraal Massief dagzoomt. Het is voor de Alpiene fase al gemetamorfoseerd en gedeformeerd tijdens de Hercynische orogenese. Vanuit het noorden (of in Frankrijk vanuit het westen) gezien worden de eerste hoge bergketens gevormd door de harde gesteentes van dit basement. Van zuidwest naar noordoost zijn dat de massieven van de Mercantour en van de Pelvoux, de Belledonne, de Aiguilles Rouges en de Mont Blanc, het Aarmassief en het Gotthardmassief.
- Mesozoische tot vroeg Tertiaire afzettingsgesteentes. Dit zijn ondiep mariene platform gesteentes (veel kalksteen) en diepere mariene leisteen en kleisteen, afgezet op de continentale marge van het Europese continent. Deze vormen tegenwoordig bijvoorbeeld het (externe) Jura gebergte of de Zwitserse Kalkalpen. Onder deze Mesozoïsche gesteentes lagen Permische evaporieten die een zwakke zone vormden waarover beweging plaatsvond, een decollement vlak genaamd.
- Vroeg Tertiaire (Eoceen en Oligoceen) flysch, die werd afgezet in het voorland bekken dat begon te vormen toen de Alpen in die periode omhoog kwamen. De flysch werd later, toen de overschuivingen in het noordelijke voorland van de Alpen vormden, met de oudere gesteentes mee geschoven.
- Het midden Tertiaire (Miocene) Molassebekken, dat net als de flysch meegeschoven werd. Deze molasse is in de Franse Alpen minder dik, soms afwezig.
De Mesozoïsche en Tertiaire gesteentes van de Helvetische nappes vormen het noordelijke voorland van de Alpen. Ze zijn van de metamorfe gesteentes "afgegleden" naar het noorden, waarbij ze een plooifront vormden. In het westen van de Alpen zijn daarbij externe gebergtes als de Jura ontstaan.
In het Oligoceen en Mioceen vond extensie in het voorland plaats, waarbij de flysch en molasse afgezet werden. De voorland extensie heeft het relatief vlakke relief van het Zwitserse Mittelland veroorzaakt.
Bron(nen): |