Hallerbos
Het Hallerbos is een bos met een oppervlakte van 552 ha gelegen ten zuidoosten van Halle (511 ha op Hals grondgebied). Het bos is grotendeels eigendom van het Vlaams Gewest en een klein deel van het Waals Gewest en privé-eigendommen. Het Hallerbos vormt een stil recreatiegebied, dat sterk op prijs gesteld wordt door de bevolking van de omliggende sterk verstedelijkste zones. Het is zeer toegankelijk dankzij de vele paadjes, en voor een kennismaking zijn er drie wandelroutes uitgestippeld. (Geografische ligging: 50°42′28″N 4°17′41″E)
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
Bij het begin van onze tijdrekening maakte het Hallerbos deel uit van het uitgestrekte Kolenwoud, een oerwoud dat zich vóór de komst van de Romeinen uitstrekte van de Zenne tot de Maasvallei, en dat vanaf de Romeinse tijd langzaam gaat verbrokkelen. Tijdens de 18e eeuw vormden het Zoniënwoud en het Hallerbos nog steeds één geheel, maar pas tijdens de Franse overheersing is dit ongedaan gemaakt. Samen met het Zoniënwoud, het Meerdaalwoud en Buggenhout-bos vormt het Hallerbos de laatste resten van dit oerwoud.
De oudste vermelding van het Hallerbos dateert uit 686. De (Heilige) Waltrudis, uit het huis der Merovingers, bezat een landgoed op de plek waar nu de stad Halle ligt. Zij schonk dit landgoed in 686 aan het kapittel van de abdij van Bergen (Mons) die zij in 661 had gesticht. Tot dat landgoed behoorde ook een uitgestrekt bos op de heuvels ten oosten van de stad. Door erfenissen kregen later achtereenvolgens de Graven van Henegouwen, de Hertogen van Bourgondië en de Habsburgse vorsten voogdijschap over Halle en omgeving. Omdat het zo afgelegen was, lieten de Henegouwse landheren reeds in 1228 het beheer over aan het kapittel van Brussel dat daarvoor 1/3 van de opbrengst kreeg.
In 1648 gaf koning Filips IV van Spanje de stad Halle samen het Hallerbos aan de hertog van Arenberg, als onderpand voor een lening. Toen de koning zijn schuld niet tijdig kon aflossen, verwierf de hertog in 1655 tweederden van het bos, gezamenlijk toen nog 900 bunders groot (d.i. ongeveer 1.125 ha). Het Sint-Waltrudiskapittel van Bergen bleef eigenaar van één derde.
Na een periode van gemeenschappelijk beheer rezen er moeilijkheden tussen beide eigenaars. Om een einde te maken aan de eindeloze burenruzies, besloten zij uit onverdeeldheid te treden, en daartoe lieten zij het bos in 1779 opmeten. Ze plaatsten 24 piramidevormige "meerstenen" of grenspalen met aan de ene kant het opschrift SW ("van Sint Waltrudis") en aan de andere kant AR ("voor Arenberg"). Daarvan staan er nog altijd negentien stuks op de oorspronkelijke scheidingslijn in het bos. Terzelfdertijd werd vastgesteld dat de totale oppervlakte van het bos op dat ogenblik reeds verminderd was tot 531 bunders (= 644 ha), wegens omvorming tot landbouwgrond.
Tijdens de Franse overheersing werd, als gevolg van de Revolutie, het kapitel van Bergen opgeheven, waardoor de Arenbergs ook in het bezit kwamen van he resterende derde deel. Als eigenaars van nog andere grote bosgebieden (o.m. Heverleebos en Meerdaalwoud) stimuleerden de hertogen een degelijk bosbeheer.
Gedurende de Eerste Wereldoorlog liet de Duitse bezetter alle grote bomen omhakken (o.m. voor hout ter ondersteuning in de loopgraven), zodat het Hallerbos vrijwel geruïneerd werd achtergelaten. Na de oorlog werd het bosdomein onder sekwester geplaatst en in 1930 kwam het in het bezit van de Belgische Staat, bij wijze van oorlogsschadevergoeding. Het bos is tenslotte herbebost tussen de jaren 1930 en 1950, wat het relatief jeugdig aspect ervan verklaart.
Onteigeningen voor de aanleg van de E19-autosnelweg Brussel-Parijs in 1974 verminderden de oppervlakte van het Hallerbos nog eens met 25 ha. Als gevolg van de Belgische federalisatie werd het bosbeheer in 1983 opgesplitst tussen het Vlaamse (met 511 ha) en het Waalse Gewest (met 48 ha op het grondgebied van Woutersbrakel, gemeente Kasteelbrakel).
[bewerk] Bodemgesteldheid, reliëf en vegetatie
Het landschap van het Hallerbos wordt bepaald door een vrij vlak massief van ongeveer 120 m hoogte, en is van noord naar zuid doorsneden door vijf valleitjes, met in de dalen opborrelende bronnen. De heuvelkammen zijn bedekt met leemlagen en de stijle hellingen met dikke zandlagen. Dank zij de bebossing zijn er sedert de laatste ijstijd weinig wijzigingen opgtreden in dit afwsselende reliëf. De oudste wegen in het bos hebben zich op enkele plaatsen ontwikkeld tot diep ingesneden holle wegen.
Wegens de diversiteit van de bodemtypes in het Hallerbos, zijn de herbebossingen grotendeels uitgevoerd in functie van de locale bodemkwaliteit. Mede door deze diversiteit vertoont het geen monotoon karakter, maar biedt het een mozaïekachtige bosstructuur, met wisselende bosgezichten en een grote rijkdom aan boomsoorten.
De samenstelling is ongeveer als volgt:
- 70 % van de oppervlakte, op leem- en zandbodems: loofbomem, o.a. beuk (202 ha), eik (108 ha) en es (5 ha)
- 30 % van de oppervlakte, op zandbodems: naaldbomen, o.m. gewone den (85 ha), Corsicaanse den (16 ha), Douglasspar (20 ha) en lork (10 ha)
[bewerk] Fauna en Flora
Ondanks het drukke bosbezoek verblijven er een tiental reeën in het Hallerbos, die soms naar omliggende domeinen trekken om de rust op te zoeken. Hierdoor groeit het reeënbestand haast niet aan, hoewel er binnen het Hallerbos niet op ze gejaagd wordt.
Bij de roofdieren onderscheiden we de vos, bunzing en de wezel, waarvan de populatie moeilijk in te schatten valt.
Er zouden 105 verschillende vogelsoorten zijn waargenomen, waardoor het Hallerbos zich mag beroepen op een rijk vogelbestand.
Het merendeel van de kruidachtige vegetatie bestaat uit lentebloeiers, die hun optimale ontwikkeling kennen vooraleer het kronendak van de bovenste etage zich volledig sluit. Zeker de wilde hyacint, die van einde april tot half mei plaatselijk uitgestrekte blauwe bloemtapijten gaat vormen, mag de meest typische plantensoort van het Halmlerbos genoemd worden.
[bewerk] Typische soorten
Planten:
Dieren:
[bewerk] Overige soorten
Planten:
- aalbes
- aardbeiganzerik
- Amerikaans eik
- beuk
- bosbies
- Corsicaanse den
- eik
- es
- geel nagelkruid
- gele dovenetel
- gevlekte aronskelk
- gewone den
- gewone esdoorn
- hondsdraf
- kamperfoelie
- klimop
- linde
- lork
- mannetjesereprijs
- Robertskruid
- veelbloemige veldbies
- zwarte notelaar
Dieren:
Categorieën: Bos | Halle