Grapefruit
| Grapefruit | |||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
|||||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||||||
| Citrus paradisi |
De grapefruit (Citrus paradisi) lijkt veel op de pompelmoes (Citrus maxima syn. Citrus grandis) en is een sub-tropische citrusvrucht. De grapefruit is ontstaan uit een kruising van de pompelmoes met de sinaasappel (Citrus sinensis). De tegenwoordige grapefruitrassen lijken steeds meer op de pompelmoes. Enkele bekende rassen zijn Duncan, Foster, Thompson, Ruby Red, Marsh.
De grapefruitboom wordt meestal 5 tot 6 meter hoog, maar kan soms ook een hoogte van tot 15 meter bereiken. De bladeren zijn dun en donkergroen, en worden tot 15 cm lang. De bloemen zijn wit. De vrucht heeft een gele schil en heeft een diameter van 10 tot 15 cm. Het vruchtvlees is een gele of roze in segmenten verdeelde pulp.
Tot het einde van de 19e eeuw werd de grapefruit voornamelijk als decoratieve plant gecultiveerd. Pas daarna raakte ook het eten van de vrucht in zwang.
Grapefruits hebben een wisselwerking met verschillende drugs en remmen de werking van sommige enzymen. Ze worden ook toegepast in vermageringsdiëten, in de veronderstelling dat ze de stofwisseling en vetverbranding bevorderen.
 |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Citrus paradisi op Wikimedia Commons. |
