Gandaria
Gandaria | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Bouea macrophylla |
De gandaria (Bouea macrophylla) is een tot 25 meter hoge groenblijvende boom uit de Anacardiaceae. De alternerend geplaatste bladeren zijn leerachtig, glanzend donkergroen aan de bovenzijde van het blad en lancetvormig. Ze zijn tot 8 cm breed en tot 30 cm lang. De kleine bloemen groeien in tot 12 cm lange pluimen in de bladoksels.
De ovale of mangovormige vrucht is 3 - 7 cm groot. De vrucht heeft een gele of oranje schil. Het felle lichtoranje vruchtvlees is sappig en smaakt aromatisch zoet of zuur, afhankelijk van de variëteit. De vrucht bevat een tot 2 x 4,5 cm grote pit.
De gandaria is inheems in het westen van Maleisië, het westen van Java en op Sumatra. Naast deze gebieden wordt de vrucht ook nog in Thailand gekweekt.
Een verwante soort is Bouea oppositifolia, die in droge tijden zijn blad kan verliezen. Deze plant uit Maleisië heeft tot 2,5 cm grote vruchten, die zeer zuur van smaak zijn.