Culturele en kunstzinnige vorming
Culturele en kunstzinnige vorming (afgekort tot CKV, vaak Cultureel Kunstzinnige Vorming genoemd) is een vak dat op Nederlandse middelbare scholen wordt gegeven sinds de invoering van de tweede fase. Het werd vanaf het schooljaar 1999 / 2000 ingevoerd in de bovenbouw van havo en vwo. Per 1 augustus 2003 is het vak ook ingevoerd op het vmbo.
Het vak is een kennismaking met allerlei kunstvormen en is bedoeld om de jeugd bekend te maken met Kunst. Diverse kunstinstellingen proberen hier op in te spelen. Zo heeft het Filmmuseum de 'CKV tip van de maand' ingevoerd en zijn veel musea goedkoper of gratis toegankelijk voor ckv-leerlingen. Dit gebeurd doormiddel van een CKV-pas (wat een speciale CJP-pas is). Daarnaast krijgen leerlingen bonnen die een bedrag waard zijn van € 2,00 tot € 3,70. Sommige scholen houden (een gedeelte) van de bonnen in eigen zak, om zo algemene CKV-bezoeken te financieren.
Er zijn drie varianten op CKV:
- CKV-1 is een verplicht (algemeen) vak voor alle leerlingen, waarbij aan het gymnasium de variant KCV (Klassieke Culturele Vorming) gevolgd kan worden.
- CKV-2 is een theoretisch vak, waarbij allerlei kunstdisciplines bestudeerd worden, zoals beeldende kunst, dans, muziek, toneel en film.
- CKV-3 is gericht op één specifieke vorm die de leerling kiest, zoals voor de invoering van CKV gekozen kon worden voor tekenen of textiele werkvormen (in het eindexamenpakket). De expressie staat bij deze variant centraal.
Enkele vormen:
De vakken CKV-2 en CKV-3 zijn verplichte vakken in het profiel Cultuur & Maatschappij en kunnen op sommige scholen in het vrije deel bij een ander profiel worden gekozen.