Bloedbad van Katyn
Bij het bloedbad van Katyn zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog op grote schaal Poolse krijgsgevangenen en burgers vermoord.
Inhoud |
[bewerk] Executies
Katyn is een Russisch dorp dat ongeveer 20 km ten westen ligt van de stad Smolensk. Het dorp is bekend geworden door het nabijgelegen bos, dat lange tijd gebruikt werd door de NKVD, de geheime dienst van de Sovjet-Unie, als executieplaats. In 1940 was Katyn een van drie locaties waar de NKVD in totaal en ten hoogste 25.700 Poolse burgers, geestelijken en militairen executeerde. De massagraven werden daarna beplant met bomen.
Direct na de inval van het Rode Leger in het oosten van Polen in september 1939 waren tienduizenden Polen opgepakt en afgevoerd naar kampen in Rusland, samen met 15.000 krijgsgevangenen. Met de arrestatie van de intellectuele bovenlaag van de Poolse bevolking hoopte Stalin eventueel verzet tegen het communisme in de kiem te smoren. De opdracht om de Polen te vermoorden werd gegeven door Beria, hoofd van de NKVD, die zelf handelde naar een bevel dat Stalin op 5 maart 1940 tekende. De concentratiekampen waarin de Polen gevangen hadden gezeten, moesten worden vrijgemaakt vanwege de komst van 50.000 tot 70.000 inwoners van de Baltische staten, waarvan het grootste deel later eenzelfde lot zou ondergaan als de Polen.
[bewerk] Duitse vondst
Tot 1943 was er over het lot van de opgepakte en krijgsgevangene Polen niets bekend. Op 13 april van dat jaar echter vonden de Duitsers in Katyn massagraven met daarin ongeveer 3000 lijken met Poolse identiteitspapieren. Tijdens latere opgravingen werden nog eens 1200 lijken gevonden. Een internationale commissie, met daarin leden uit zowel bezette als neutrale landen, waaronder vertegenwoordigers van het Rode Kruis, werd in het leven geroepen om de massagraven te onderzoeken. De commissie leverde overtuigend bewijs dat de moorden door de Sovjets waren gepleegd, iets wat door de nazi-propaganda in Duitsland en de bezette landen breed werd uitgemeten. De kwestie dreigde de Geallieerden te verdelen en daarmee te verzwakken. Toen de Poolse regering in april 1943 onder leiding van generaal Władysław Sikorski, die in Londen in ballingschap verbleef, opheldering eiste, verbrak de Sovjet-Unie de betrekkingen. Sikorski kwam twee maanden later onder verdachte omstandigheden om het leven in Gibraltar, waardoor Polen haar belangrijkste leider op een cruciaal moment verloor. Geholpen door de communistische pers in het buitenland zette de Sovjet-Unie een campagne op touw om de schuld van de massamoorden in de schoenen van de nazi's te schuiven.
In april 1990 bevestigde de regering van de Sovjet-Unie de verantwoordelijkheid van de NKVD voor de massamoord. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie heeft de regering van de Russische Federatie dit in 1992 bevestigd. Sommige communisten, in Wit-Rusland, Rusland en daarbuiten, blijven overtuigd van de schuld van de nazi's en verspreiden deze overtuiging. Het Nederlandse communistische blad De Antifascist zag in het officiële toegeven door de regering van de Sovjet-Unie een bewijs voor een fascistische machtsovername in Moskou. In kringen van neonazi's wordt de kwestie-Katyn wel gebruikt als argument om de schuld van de nazi's aan de holocaust te ontkennen.
[bewerk] Geallieerden
Ook door de westerse Geallieerden zijn tijdens de oorlog pogingen gedaan om de waarheid over Katyn te verdoezelen om de relatie met Stalin niet te verstoren. Hoewel de Britse premier Winston Churchill in de wandelgangen toegaf de Duitse versie van de zaak te geloven, bewees hij op het officiële vlak lippendienst aan de Sovjet-versie. De Amerikaanse president Roosevelt liet in 1944 de zaak onderzoeken maar liet het rapport spoorloos verdwijnen toen ook dit onderzoek de Sovjets als schuldigen aanwees.
De Poolse regering in ballingschap was nu buitenspel gezet en Polen zelf, het land waarom de oorlog in eerste instantie was begonnen, werd door Churchill en Roosevelt op de Conferentie van Jalta in februari 1945 aan Stalin toegewezen. In 1946 weigerden de VS en de Britten de zaak Katyn echter als Duitse oorlogsmisdaad door het Neurenbergtribunaal te laten berechten. In het communistische naoorlogse Polen was de kwestie tot 1989 taboe. Nog in 1985 werd in Warschau een monument voor de slachtoffers opgericht met daarop het jaartal 1941. Van ongeveer 10.000 Poolse gevangenen is het lot nog steeds onbekend.