Bestuurdersaansprakelijkheid
Bestuurdersaansprakelijkheid is aansprakelijkheid van bestuurders voor handelingen die zij als bestuurder van een vennootschap hebben verricht.
Bestuurder zijn is geen erebaantje. Zij hebben een grote macht in een vennootschap, en daardoor ook een grote verantwoordelijkheid. In een aantal gevallen vindt de rechtsorde dat een bestuurder die schade aan zijn bedrijf heeft toegebracht, of via zijn bedrijf schade aan anderen, hier niet zomaar mee mag wegkomen. Dit zijn meestal gevallen waarin de bestuurder wat te verwijten valt. In de lichtste gevallen is dit schuld of niet voldoen aan administratieve eisen. Soms is er echter sprake van fraude.
Een aansprakelijk gestelde bestuurder zal worden verplicht om de benadeelden alle schade die door zijn handelen is ontstaan te vergoeden. Deze benadeelde kan de vennootschap (interne aansprakelijkheid), of een of meer derden zijn (externe aansprakelijkheid). Een bestuurder die aansprakelijk wordt gesteld zal vaak forse bedragen moeten betalen en zal hierdoor soms zelf failliet kunnen gaan. Ook zal hij forse reputatieschade oplopen.
Het bestuur wordt in deze gevallen gezien als 1 college, en draagt dan ook collegiale verantwoordelijkheid. Een bestuurder ontkomt hier niet aan met het argument dat de aansprakelijkheid voortvloeit uit een fout die door een andere bestuurder gemaakt werd, of die onder een terrein viel waar hij zich niet mee bezighield. "Je stond erbij en je keek ernaar" is al voldoende. Slechts gevallen waarin een bestuurder langdurig afwezig was door overmacht of direct zijn veto geeft of aftreedt kunnen aanleiding zijn van deze regel af te wijken.
Ook is en blijft een bestuurder verantwoordelijk voor de periode waarin hij als bestuurder was aangesteld. Het verlenen van decharge beschermt slechts tegen interne aansprakelijkheid (jegens de vennootschap). Ook snel aftreden zal de bestuurder niet helpen.
Juridisch-dogmatisch bestaan verschillende gronden voor aansprakelijkheid.
Inhoud |
[bewerk] Onbehoorlijke taakvervulling
Iedere bestuurder is jegens zijn vennootschap gehouden zijn taak behoorlijk te vervullen, zo staat het in de wet. Wanneer dit niet het geval is, kan hij worden aangesproken door de vennootschap. Dit betreft een interne aansprakelijkheid, die men kan zien als een inspanningsverbintenis jegens de vennootschap. Begrijpelijk is dat het dan heel moeilijk is om aan te tonen dat hij zijn taken niet behoorlijk heeft verricht. Tcoh bestaan er wel voorbeelden van gevallen waarin de bestuurder de vennootschap schade toebracht en gehouden werd deze te vergoeden.
[bewerk] In faillissement
In faillissement kan een bestuurder ook aansprakelijk zijn. Nederlands recht hanteert twee criteria:
- Het bestuur heeft zijn taak onbehoorlijk vervuld;
- En dit is een belangrijke oorzaak van het faillissement.
In praktijk is ook dit moeilijk aan te tonen. Onbehoorlijke taakvervulling is nog enigzins te definieren, maar het is niet duidelijk wanneer het een "belangrijke oorzaak" is. Onbehoorlijke taakvervulling is immers vrijwel nooit de enige oorzaak.
Lastiger wordt het voor de bestuurder als niet aan de administratieve eisen voldaan is. Deze eisen houden onder andere in dat een jaarrekening moet worden opgemaakt en gedeponeerd bij het handelsregister. Dan, ook als dit toevallig "vergeten" is, wordt het bestuur geacht zijn taak onbehoorlijk vervuld te hebben, en vermoedt men dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Dit betekent een verschuiving van de bewijslast naar de aangesproken bestuurder, die dan moet bewijzen dat zijn taakvervulling geen (belangrijke) oorzaak is van het faillissement.
De curator zal dan de bestuurder kunnen aanspreken.
[bewerk] Voorbeelden
Voorbeelden van onbehoorlijke taakvervulling zijn legio. Een paar situaties die in zowel Nederland als daarbuiten als zodanig worden gezien zijn:
- Aangaan van verbintenissen wetende dat de vennootschap daar niet aan kan voldoen;
- Een slecht debiteurenbeleid voeren waardoor te veel vorderingen niet geind worden;
- Een slecht personeelsbeleid voeren met als resultaat stakingen en onrust;
- Onverantwoordelijk of ondoordacht investeren;
- Aan derden een onjuiste beeld van de werkelijkheid voorspiegelen.
[bewerk] Doorbraak van de aansprakelijkheid
Soms kan het buiten faillissement voorkomen dat een bestuurder iets doet waardoor derden schade lijden. Buiten faillissement zal er geen curator zijn die de bestuurder kan aanspreken, en wellicht biedt de vennootschap onvoldoende verhaal. In dit geval heeft de rechter in een paar zeer specifieke gevallen ermee ingestemd dat de bestuurder rechtstreeks aansprakelijk wordt tegenover de derde. Meestal is de bestuurder een kapitaalkrachtig natuurlijk persoon of een holding. We noemen dit doorbraak van de aansprakelijkheid of "piercing the corporate veil".
[bewerk] Fiscale aansprakelijkheid
Voor het niet betalen van belastingen door de vennootschap kunnen bestuurders aansprakelijk worden gesteld. Veel landen hanteren dergelijke regelingen, ter voorkoming dat vennootschappen door bestuurders worden misbruikt voor hun eigen belastingfraude. Meestal zal een vennootschap die in betalingsnood komt meteen bij de belastingdienst aan de bel moeten trekken. Gebeurt dit niet, dan is de kans groot dat de bestuurders uiteindelijk voor de belastingschuld worden aangesproken.
[bewerk] Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Wanneer sprake is van strafbare feiten van de vennootschap kan de bestuurder soms strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld en tot een boete of gevangenisstraf worden veroordeeld. Een voorbeeld is een directeur die zijn vennootschap gebruikt voor het opzetten van een piramidespel.