Astrid Roemer
Astrid Heligonda Roemer (° Paramaribo, 27 april 1947) is een Surinaams schrijfster, die in 1966 naar Nederland vertrok, maar terugkeerde naar haar geboorteland om daar te werken als onderwijzeres. In 1975 vestigde zij zich opnieuw in Nederland.
Zij debuteerde in 1970 onder het pseudoniem Zamani met de poëziebundel Sasa Mijn actuele zijn. De in 1974 verschenen roman Neem mij terug Suriname werd in Suriname uitermate populair. Hij geeft een klassieke emigrantenthematiek: de ontheemding van een Surinamer in Nederland en zijn terugverlangen. Artistiek is het boek niet geslaagd, reden waarom Roemer het herschreef tot Nergens ergens (1983). De novelle Waarom zou je huilen, mijn lieve, lieve... (1976) geeft een sfeervolle schets van een arme man die zich verheugt over zijn winst in de lotto tot hij ontdekt dat de ratten zijn lot hebben opgeknaagd. Met de novelle De wereld heeft gezicht verloren (1975) hield Roemer zich voor het eerst bezig met wat later haar hoofdproblematiek zou worden: het mysterie van het vrouw-zijn. De thematiek van de neger-identiteit zou naar de achtergrond schuiven. Vooral de 'fragmentarische biografie' Over de gekte van een vrouw (1982) werd een succes. De roman Levenslang gedicht (1987) tracht de kringloop van het leven uit te drukken in zijn structuur en zijn metaforische taal. Artistiek heeft hij grotere pretenties dan het eerdere werk en vraagt ook om secure lezing. Een deel van de critici werd er door op het verkeerde been gezet.
Ook de toneelstukken De buiksluiter (1981), Paramaribo! Paramaribo! (1983) en Een Vrouw Van Een Man (1985), de dichtbundel En Wat Dan Nog!? (1985) en het kleine prozadrieluik De achtentwintigste dag (1988) benaderen vanuit allerlei invalshoeken het fenomeen van de vrouw ais individu en ais relationeel wezen. De genoemde dlchtbundel gaf aanleiding tot onverkwikkelijke speculaties over Roemers seksuele geaardheid. ln de novelle De orde van de dag (1988) draait het verhaal om het thema 'dictatorschap'. Haar rijpste poëzie verscheen in de bundel NoordzeeBlues (1985) die enkele schitterende gedichten bevat. ln 1989 verscheen het prozadrieluik Het spoor van de jakhals waarin zij de sterke onderlinge afhankelijkheid der beide sexen benadrukt. Radiocolumns bundelde zij in Oost West Holland Best (1989). Een driehoeksverhouding beschrijft zij in de novelle Alles wat gelukkig maakt (1989).
Het artistiek meest ambitieuze schrijfproject van Roemer is de romantrilogie Gewaagd leven (1996), Lijken op Liefde (1997) en Was Getekend (1999), die in 2001 in één band verscheen als Roemers drieling. In deze grote en uiterst complexe trilogie geeft Roemer verbeelding aan de werkelijkheid en de dromen van de Surinamers in de laatste drie decennia van de 20ste eeuw, en in het bijzonder aan wat de militaire dictatuur van het régime-Bouterse van na 1980 voor het land Suriname en de mensen heeft betekend.
Voor de Duitse vertaling van Lijken op Liefde ontving Roemer in 1999 de LiBeraturpreis, die het oecumenisch centrum Christuskirche in Frankfurt toekent om literatuur uit andere culturen in de schijnwerpers te zetten.
Bij de verkiezingen van 1989 was zij samen met Rudi van Dantzig lijstduwer voor het net opgerichte GroenLinks. In 1990 kreeg Astrid Roemer een zetel voor GroenLinks in de Haagse gemeenteraad, maar ze kwam al spoedig in conflict met haar fractie en woonde de vergaderingen niet meer bij.
Inhoud |
[bewerk] Werken
- 1974 - Neem mij terug Suriname
- 1975 - De wereld heeft gezicht verloren
- 1982 - Over de gekte van een vrouw
- 1983 - Nergens ergens
- 1985 - En wat dan nog?!
- 1985 - Noordzee Blues
- 1987 - Levenslang gedicht
- 1987 - Waarom zou je huilen mijn lieve, lieve...
- 1987 - Wat heet anders
- 1988 - De achtentwintigste dag
- 1988 - De orde van de dag
- 1988 - Het spoor van de jakhals
- 1989 - Alles wat gelukkig maakt
- 1989 - Oost West Holland Best
- 1990 - Een naam voor de liefde
- 1991 - Dichter bij mij schreeuw ik
- 1993 - Niets wat pijn doet
- 1996 - Gewaagd leven
- 1997 - Lijken op liefde
- 1997 - Suriname
- 1998 - Was getekend
- 2001 - ‘Miauw’
- 2001 - Rosa
- 2004 - Zolang ik leef ben ik niet dood
[bewerk] Over Astrid Roemer
- Michiel van Kempen, 'Astrid Roemer.' In: Kritisch Lexicon van de Moderne Nederlandstalige Literatuur, no. 43, november 1991. Met aanvulling in no. 95, november 2004. (biografie, beschouwing, uitvoerige primaire en secundaire bibliografie)
- Roline Redmond, Taal, macht en cultuur. Machtsverhoudingen in een Afro-Caribische roman. Utrecht: Faculteit der Sociale Wetenschappen, Universiteit Utrecht, 1993.
- Michel Szulc-Krzyzanowski & Michiel van Kempen, 'Astrid Roemer.' In: Michel Szulc-Krzyzanowski & Michiel van Kempen, Woorden op de westenwind. Surinaamse schrijvers buiten hun land van herkomst. Amsterdam: In de Knipscheer, 1994, pp. 126-153.
- August Hans den Boef, 'Astrid Roemers trilogie van het verscheurde Suriname.' In: Bzzlletin, 27 (1998), nr. 255, april, pp. 32-36.
- Joris Gerits, 'Astrid Roemer en de ware geschiedenis van Suriname.' In: Kathleen Gyssels & Paul Pelckmans (red.), Het labyrint van de bevrijding: tien postkoloniale auteursportretten. Kapellen: Pelckmans, 1999, pp. 67-88.
- Els Moor, `Je bent wat je wil zijn': sporen van hoop in de trilogie van Astrid Roemer. In: Armada, jrg. 4, nr. 16, september 1999, pp. 73-81.
- Michiel van Kempen, 'De onuitwisbare kenmerken van de zwarte stem: over de stijl van Astrid H. Roemer.' In: Tydskrif vir Nederlands en Afrikaans, 5 (1998), no. 1, juni, pp. 21-39.
- Michiel van Kempen, Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Breda: De Geus, 2003, deel II, pp. 1019, 1023, 1099-1110.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe link
Bron(nen): |
Dit artikel is – met toestemming van de auteur – gebaseerd op een lemma uit Michiel van Kempen, Surinaamse schrijvers en dichters (Amsterdam: De Arbeiderspers, 1989). |